6.1 [appellant] erkent dat zij de vloerbedekking in weerwil van het door haar ondertekende overnameformulier en vooropnameformulier niet heeft verwijderd. Ter rechtvaardiging daarvan heeft zij diverse standpunten ingenomen.
In eerste aanleg, waarin deze formulieren nog niet bij de processtukken waren gevoegd, heeft [appellant] bij antwoord verklaard dat de vorige bewoner het tapijt tegen haar zin had laten liggen en dat zij daartegen telefonisch bezwaar heeft gemaakt bij de verhuurder. Toen zou haar zijn geadviseerd het tapijt te laten liggen; zij hoefde dat dan zelf niet meer te verwijderen als zij de woning zou verlaten. Hiervan zou [appellant] getuigen hebben.
Bij memorie van grieven voert zij aan dat zij bovendien in 2007 van [werknemer 2], werkzaam bij WoonFriesland, het advies kreeg de vloerbedekking te laten liggen omdat WoonFriesland gewoon op geld uit was. Haar vriendin [X] kan dat bevestigen.
Nadat WoonFriesland diverse stukken, waaronder het staat van onderhoud-formulier, het overname- en vooropnameformulier had overgelegd, heeft [appellant] bij akte aangevoerd dat zij de woning met spoed nodig had en daarom niet grondig heeft kunnen bezichtigen voordat zij het staat van onderhoud-formulier ondertekende. Het overnameformulier had zij eigenlijk niet willen tekenen, maar zij heeft dat gedaan omdat expliciet werd gemeld dat zij de vloerbedekking bij het einde van de huur mocht laten liggen. Vriendin [X] is daarvan getuige geweest. Zij was het er niet mee eens dat bij vooropname werd genoteerd dat zij vloerbedekking moest verwijderen. Zij heeft het vooropnameformulier desondanks getekend omdat [werknemer 1] haar meedeelde dat zij anders niet in haar volgende woning mocht en haar verzekerde dat de kosten niet op haar verhaald zouden worden.
6.2 WoonFriesland heeft de juistheid van de beweringen van [appellant] betwist en met klem herhaald dat zij nimmer heeft toegezegd dat het tapijt na vertrek van [appellant] mocht blijven liggen. Zij heeft voorts bij memorie van antwoord een verklaring van [werknemer 2] overgelegd waarin hij schrijft niet betrokken te zijn geweest bij perikelen inzake de bewoning van de onderhavige huurwoning en het achterlaten daarvan door [appellant]. Hij heeft alleen met [appellant] van doen gehad bij de huur van de woning die zij daarna betrok.
6.3 Het hof ziet niet in waarom [appellant], ook indien zij de woning voor het aangaan van de huurovereenkomst nauwelijks heeft geïnspecteerd, twee dagen na het sluiten van de huurovereenkomst nog een overnameformulier zou ondertekenen waaruit in strijd met de waarheid moet blijken dat zij de vloerbedekking vrijwillig heeft overgenomen en bij einde huur diende te verwijderen. Het had op haar weg gelegen deze niet voor de hand liggende gang van zaken onderbouwd te motiveren, temeer omdat [appellant] niet aangeeft wie dan, op welk moment voordat zij het overnameformulier tekende, de betwiste toezegging zou hebben gedaan dat zij die vloerbedekking niet hoefde te verwijderen.
Het hof houdt [appellant] daarom aan de inhoud van het overnameformulier.
6.4 [appellant] heeft geen specifiek bewijsaanbod gedaan van haar stelling dat [werknemer 1] haar bij vooropname heeft verzekerd dat de kosten van verwijdering niet op haar verhaald zouden worden. Reeds om die reden wordt dit ongemotiveerde verweer verworpen. Voor zover [appellant] suggereert dat zij onder bedreiging het vooropnameformulier heeft ondertekend, is een en ander niet aannemelijk gemaakt.
6.5 [appellant] had derhalve de vloerbedekking moeten verwijderen voordat zij de woning verliet.