De verdere beoordeling
1. Als gesteld en erkend, dan wel niet (voldoende) gemotiveerd betwist, alsmede op grond van de niet bestreden inhoud der overgelegde bescheiden, staat tussen partijen het volgende genoegzaam vast:
- [appellant 1] en [appellant 2] zijn gerechtigd tot de onverdeelde eigendom van respectievelijk het appartementsrecht [adres] en het appartementsrecht [adres] te [woonplaats]. Beide appartementen maken onderdeel uit van het flatgebouw aan de [adres] te [woonplaats], welk gebouw bij akte van 9 maart 1979 is gesplitst in appartementen. In de splitsingsakte werd tevens [de VvE] opgericht.
- Artikel 17 van de splitsingsakte geeft onder a tot en met j een opsomming van de schulden en kosten als bedoeld in het eerste lid van artikel 875f (oud)BW welk artikel overeenstemt met artikel 112 lid 1 onder a van Boek 5 (huidig) BW.
- Artikel 17 aanhef en sub b van de splitsingsakte bepaalt dat tot die kosten worden gerekend: "welke verband houden met noodzakelijke herstellingswerkzaamheden en vernieuwingen van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken, voorzover die ingevolge het reglement of een rechterlijke beslissing als bedoeld in artikel 875o van het Burgerlijk Wetboek niet ten laste komen van bepaalde eigenaars."
- Artikel 17 aanhef en sub c van de splitsingsakte bepaalt dat tot die kosten worden gerekend: "de schulden en kosten van de vereniging."
- Artikel 17 aanhef en sub h van de splitsingsakte bepaalt dat tot die kosten worden gerekend: “de kosten van leveringen en diensten die onder meer kunnen bestaan uit de kosten van het schoonhouden van de gemeenschappelijke ruimten en het periodiek reinigen van de beglazing van de gemeenschappelijke ruimten en, indien de vereniging van eigenaars daartoe besluit, van de buitenramen waar de eigenaars zelf niet bij kunnen in de privé gedeelten, de vervanging van lampen en/of TL buizen en het onderhoud en het stroomgebruik van de verlichting van de gemeenschappelijke ruimten en de terreinverlichting, het onderhoud en het stroomgebruik van de lift-, de hydrofoor-, de video- en de zwakstroominstallatie(s), alsmede van de gemeenschappelijke antenne-inrichting en de dakventilatoren, het onderhoud van de gemeenschappelijke plantenbakken en van het gemeenschappelijk terrein en, indien de vereniging van eigenaars daartoe besluit, het collectief onderhoud van de centrale verwarminginstallatie in de privé gedeelten en de premie van een collectief te sluiten glasverzekering.”
- Artikel 18 van de splitsingsakte bepaalt in het eerste lid het volgende: "Van de gezamenlijke schulden en kosten genoemd in het vorige artikel alsmede van een naar tijdsduur evenredig gedeelte van de kosten verbonden aan het periodiek schilderwerk en noodzakelijke vernieuwingen wordt jaarlijks door de administrateur een begroting ontworpen ter vaststelling aan de jaarlijkse vergadering voorgelegd."
- Bedoeld artikel 18 bepaalt onder 4 het volgende: "tenzij de vergadering anders besluit, zullen overschotten betrekking hebbende op de exploitatierekening van het afgelopen boekjaar worden overgeboekt naar het reservefonds."
- Artikel 23 van de splitsingsakte bepaalt onder sub 1 dat ieder der eigenaren in de gemeenschap is gerechtigd voor het hem toebehorend appartement voor een breukdeel als nader in bedoeld artikellid aangegeven.
- Bedoeld artikel bepaalt onder sub 2 tot en met 4 het volgende:
2. De gemeenschappelijke baten worden in eenzelfde verhouding tussen de eigenaars verdeeld.
3. In gelijke verhouding zijn de eigenaars verplicht bij te dragen in de schulden en kosten die voor gemeenschappelijke rekening zijn zoals vermeld in artikel 17 lid a tot en met g en lid j.
4. De kosten vermeld in artikel 17 lid h worden gedragen door de appartementseigenaren met indices 1 tot en met 82 (woonappartementen) ieder voor een gelijk deel.
- In artikel 31 van de splitsingsakte is bepaald dat er een reservefonds wordt gevormd, waaruit buitengewone uitgaven kunnen worden bestreden.
- Tijdens de vergadering van eigenaren (hierna de ledenvergadering) van 13 maart 1999 is – in afwijking van hetgeen voordien gebruikelijk was – een nieuwe wijze van verdelen van een aantal gemeenschappelijke schulden en kosten voorgesteld en aangenomen. Een aantal begrotingsposten werd niet meer verdeeld op basis van gelijke delen, maar op basis van breukdelen.
- In de ledenvergadering van 25 november 2006 is de begroting voor 2007 vastgesteld volgens de sedert 1999 gehanteerde methode van verdeling van schulden en kosten.
- In de ledenvergadering van 21 april 2007 zijn de begrotingen over 2006 en 2007 herzien en dienovereenkomstig vastgesteld. De wijzigingen komen erop neer dat alle reserveringen op basis van breukdelen worden omgeslagen over de eigenaren en dat de posten verzekering bestuurdersaansprakelijkheid (€ 450,--), waterlevering (€ 11.750,--), klein en dagelijks onderhoud (€ 7.400--), bliksembeveiliging (€ 700,--), administratieve diensten (€ 3.660,-) en glasverzekering (€ 2.680,--) in plaats van op basis van gelijke delen, op basis van breukdelen worden omgeslagen.
- In de ledenvergadering van 21 april 2007 heeft de voorzitter aangegeven dat de toenmalige administrateur (dhr. [X]) per 1 mei 2007 met zijn werkzaamheden als administrateur zou stoppen. De ledenvergadering is vervolgens akkoord gegaan met het voorstel dat de heer [Y] voorlopig de administrateurszaken zou waarnemen.
- In de volgende ledenvergadering op 30 juni 2007 is een bestuursimpasse ontstaan doordat de kandidaat-bestuursleden hun kandidatuur staande de vergadering hebben ingetrokken, terwijl het oude bestuur al was afgetreden. De heer [Y] heeft daarop aan de ledenvergadering toestemming gevraagd om de lopende zaken te mogen afhandelen (hetgeen volgens de notulen inhoudt “dat de leden besluiten hem te kiezen als gemachtigde om, ter overbrugging van de bestuurswisseling en bij ontstentenis van een administrateur, de lopende zaken af te handelen voor rekening en risico van de vereniging van eigenaren”). Blijkens de notulen is er vervolgens “geapplaudisseerd ter instemming.”
- In de ledenvergadering van 8 november 2008 is een nieuw bestuur gekozen en is aan de heer [Y] decharge verleend met betrekking tot de door hem afgehandelde lopende zaken (644 stemmen voor, 44 stemmen tegen en 77 onthoudingen).
- Bij inleidend verzoekschrift d.d. 16 mei 2007 hebben [appellanten] zich gewend tot de sector kanton, locatie Emmen van de rechtbank Assen (verder: de kantonrechter) met het verzoek de besluiten die door de VvE zijn genomen in haar vergaderingen van 25 november 2006, 24 maart 2007 en 21 april 2007 te vernietigen, althans nietig te verklaren. Na verweer zijdens de VvE hebben [appellanten] bij aanvullend verzoekschrift hun verzoek gewijzigd. In haar beschikking d.d. 14 november 2007 heeft de kantonrechter het gewijzigde verzoek als volgt weergegeven: “Verzoekers hebben bij verzoekschrift ingekomen ter griffie op 21 mei 2007, en zoals gewijzigd en aangevuld bij het op 22 augustus 2007 ter griffie ontvangen aanvullend verzoekschrift, verzocht de besluiten genomen tijdens de algemene vergadering van de VVE van 25 november 2006, 24 maart 2007 en 21 april 2007 nietig te verklaren en de besluiten genomen tijdens de vergadering van de VVE van 21 april 2007 te vernietigen.”
- De kantonrechter heeft vervolgens het verzoek tot vernietiging van de tijdens de algemene vergadering van 21 april 2007 genomen besluiten afgewezen en zich voor het overige onbevoegd verklaard van het verzoek kennis te nemen en de zaak wat dat betreft in de stand van het geding verwezen naar de rechtbank Assen.
- Bij exploot van 27 november 2007 hebben [appellanten] de VvE opgeroepen, vertegenwoordigd door een procureur, te verschijnen ter terechtzitting van de rechtbank Assen, sector civiel van 12 december 2007 teneinde verder te procederen in de hiervoor bedoelde zaak. Het exploot is betekend aan de heer [Y] voornoemd, als gemachtigde van de VvE.
- [appellanten] hebben daarna hun eis gewijzigd/vermeerderd. Naast de vordering tot nietigverklaring van de besluiten over de agendapunten 6,7 en 9 (vaststellingen begrotingen 2006 en 2007 en vaststelling van de jaarstukken 2006) genomen tijdens de vergadering van de VvE d.d. 21 april 2007, vorderen zij thans ook voor recht te verklaren dat de heer [Y] geen rechtsgeldige vertegenwoordiger van de VvE is en/of is geweest en dat de door hem gemaakte kosten van rechtsbijstand door hemzelf dienen te worden gedragen, althans dat deze niet ten laste van de VvE kunnen worden gebracht, alsmede dat de VvE niet ontvankelijk wordt verklaard in haar verweer en wordt veroordeeld in de kosten van de procedure.
- In haar vonnis van 16 juni 2008 heeft de rechtbank [appellanten] niet ontvankelijk verklaard voor wat betreft de gevorderde verklaring voor recht en zijn de besluiten van de VvE genomen in haar vergadering van 21 april 2007 nietig verklaard voor zover daarbij is besloten de kosten van waterlevering en de kosten van de verzekering van het glas in de collectieve ruimtes naar breukdelen in plaats van op basis van gelijke delen om te slaan over de leden. De vordering is voor het overige afgewezen en [appellanten] zijn veroordeeld tot betaling van 90 % van de aan de zijde van de VvE gemaakte proceskosten.