ECLI:NL:GHLEE:2011:BP7495
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- K.E. Mollema
- H. de Hek
- M.C.D. Boon-Niks
- Rechtspraak.nl
Vermeerdering van eis en de eisen van een goede procesorde in huurgeschillen
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, hebben appellanten hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Groningen, sector kanton, dat op 21 oktober 2009 was uitgesproken. De appellanten, die gezamenlijk als eisers in eerste aanleg optraden, vorderden betaling van servicekosten en een gespecificeerd overzicht van deze kosten over het jaar 2008 van de geïntimeerde, die niet verschenen was. De zaak draait om de vraag of de vermeerdering van eis door de appellanten in hoger beroep toelaatbaar was, gezien de eisen van een goede procesorde en de wettelijke termijnen die in het Burgerlijk Wetboek zijn vastgelegd.
Het hof oordeelde dat de wijziging van eis buiten beschouwing moest worden gelaten, omdat deze niet tijdig was kenbaar gemaakt aan de geïntimeerde. De appellanten hadden in hun appeldagvaarding hun eis vermeerderd, maar deze vermeerdering was niet voldoende gespecificeerd, waardoor onduidelijkheid bestond over de jaren waarop de vordering betrekking had. Het hof benadrukte dat een huurder in beginsel de procedure van artikel 7:260 BW moet volgen als hij meent dat hij te veel servicekosten heeft betaald, en dat deze procedure niet exclusief is. De termijn van 30 maanden voor het indienen van een vordering is ook van toepassing als de huurder ervoor kiest om niet eerst een procedure bij de huurcommissie aanhangig te maken.
Uiteindelijk concludeerde het hof dat de appellanten niet-ontvankelijk waren in hun vordering voor zover deze betrekking had op het jaar 2006, maar dat de vordering voor het jaar 2007 wel tijdig was ingesteld. Desondanks werd de vermeerdering van eis in strijd met de eisen van een goede procesorde geacht, en het hof besloot het vonnis van de kantonrechter te bekrachtigen. De appellanten werden veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die aan de zijde van de geïntimeerde op nihil werden begroot.