Voor het overige kunnen wij langs deze weg verklaren dat de woning conform de afspraken is gesaneerd en aangepast ten aanzien van de vochttechnische- en bouwfysische aspecten. Hier en daar is -steeds in overleg- qua materiaalgebruik of uitvoering afgeweken van het aanvankelijke plan, maar hier zijn geen concessies gedaan aan het gewenste kwaliteitsniveau.
(…)"
De gemeente heeft deze brief van Bureau Landstra op 4 maart 2010 doorgezonden aan (de advocaat van) [appellante] waarbij is aangegeven dat de woning met ingang van 4 maart 2010 door [appellante] kan worden betrokken, dat de verplichtingen uit het huurcontract met ingang van 15 maart 2010 weer in werking worden gesteld en dat de huursuppletie dan stopt.
1.10 Met ingang van 15 maart 2010 heeft de gemeente de (geïndexeerde) huurprijs van € 383,01 per maand bij [appellante] in rekening gebracht. De in opdracht van en voor rekening van de gemeente uitgevoerde renovatie van de woning heeft circa € 150.000,00 gekost.
1.11 Bij brief van 16 maart 2010 heeft [appellante] laten weten dat zij het wenselijk acht
"dat er bij de overdracht van de woning een gezamenlijke inspectie plaats vindt, met een verantwoordelijke van de gemeente en het liefst ook de heer P. Postma van het Bureau Landstra."
1.12 De gemeente heeft bij brief van 26 maart 2010 afwijzend gereageerd op dit verzoek met als reden dat zij de verklaring van 19 februari 2010 van ing. Postma, die zij als onafhankelijk beschouwt, voldoende acht om aan te nemen dat de woning geschikt is voor bewoning. Het staat [appellante] vrij om (voor eigen rekening) vragen te stellen aan ing. Postma, zo voegt de gemeente hieraan toe bij brief van 22 april 2010.
1.13 [appellante] heeft de woning op 26 april 2010 bekeken. [appellante] heeft de gemeente vervolgens bij brief van 29 april 2010 laten weten dat de woning er in het algemeen keurig uit zag, maar dat de woning nog steeds muf rook en dat in de berging op de eerste verdieping schimmel was aangetroffen. Gelet hierop zou [appellante] graag een overzicht willen ontvangen van de exacte werkzaamheden die zijn verricht door Lamon Bedrijfshygiëne B.V. te Tynaarlo (hierna: Lamon). En omdat zij de indruk heeft dat niet is gewerkt volgens het bestek zoals zij dat heeft gezien, zou [appellante] graag het bestek op basis waarvan de renovatie is uitgevoerd, willen ontvangen. Indien het probleem rond de schimmel is opgelost, wil [appellante] nog steeds graag de woning betrekken, zo besluit het schrijven.
1.14 In haar schriftelijke reactie van 11 mei 2010 wijst de gemeente op de brief van Bureau Landstra van 19 februari 2010.
1.15 [appellante] heeft de woning ook na verdere correspondentie tussen partijen niet betrokken.
1.16 Op verzoek van [appellante] is door Nedon Adviesburo B.V. te Peize (hierna: Nedon) op 8 juli 2010 een inspectie van de woning uitgevoerd, waarbij specifiek is geïnspecteerd op houtaantastende schimmels, oppervlakteschimmels en dauwschimmels. Het rapport van Nedon, gedateerd 27 juli 2010, vermeldt onder meer:
"(…)
Woonkamer
(…) In de kruipruimte zijn geen schimmels, of schade veroorzaakt daardoor, aangetroffen. (…) Achter de voorzetwand in de woonkamer is op een willekeurige plaats op een hoogte van circa 1.50m over een oppervlakte van 20 cm x 20 cm een endoscopisch onderzoek uitgevoerd. Er zijn op deze plaats geen schimmels aangetroffen. (…)
Keuken
(…) Het milieu in de kruipruimte was tijdens de inspectie droog en er zijn geen schimmels aangetroffen. (…)
Verdieping
Na verwijdering van enkele vloerdelen op de bovenverdieping is vastgesteld dat tussen het plafond van de benedenverdieping en de verdiepingsvloer niet alles is belegd met isolatie. In de douche is vastgesteld dat enkele tegels los staan van de wand. Achter op de zolder zijn op het stucwerk schimmels aangetroffen.
Conclusie
- Er zijn oppervlakteschimmels aangetroffen op het stucwerk achter het knieschot, op de scheidingswand met de badkamer.
- Het is niet mogelijk om, zonder de overige voorzetwanden te verwijderen, vast te stellen of alle oude wanden zijn behandeld tegen schimmels en/of dat de schimmels zijn verwijderd.
- Op die plaatsen waar de schimmels niet goed zijn verwijderd bestaat de kans dat deze zich uitbreiden wanneer het milieu daarvoor gunstig wordt. Hierdoor kunnen sporen zich door luchtstromen en/of via transport door kleding door de woning verspreiden en het leefmilieu aantasten met alle gezondheidsrisico's voor de bewoners dientengevolge.
- In de berging op de 1ste verdieping is de dampremmende folie niet geheel doorgetrokken tot op het spant. (…)
- De ruimte tussen de begane grond en de 1ste verdieping is, zoals in de technische beschrijving wel is opgenomen, niet compleet geïsoleerd.
- In de douche is vastgesteld dat enkele tegels los staan van de wand. (…)
- Volgens opgaaf van de heer [naam] (de partner van [appellante] hof) zijn niet alle voorzetwanden verwijderd (…).
(…)"
1.17 Ter zitting van de kantonrechter op 30 augustus 2010 heeft de gemeente bij akte de reacties van Lamon en Bureau Landstra op het rapport van Nedon in het geding gebracht. Bij brief van 13 augustus 2010 heeft Lamon onder meer het volgende laten weten:
"(…)
Lamon Bedrijfshygiëne B.V. heeft conform bestek alle bereikbare delen van bovengenoemde woning behandeld met Wolsit KD 10. De woning was ten tijde de behandeling geheel casco gedemonteerd en niet bewoond. Doordat de woning gestript aangetroffen is zijn ook alle steenachtige ondergronden behandeld. Vanwege het versturen van onze standaard garantie is per abuis niet vermeld dat alle bereikbare delen zijn behandeld.
(…)"
Namens Bureau Landstra heeft ing. Postma bij brief van 24 augustus 2010 onder meer het volgende verklaard:
"(…)
Verdieping
(…)
"Achter op de zolder zijn op het stucwerk schimmels aangetroffen". Uit aanvullende telefonische informatie (…) blijkt dat het hier gaat om het stucwerk op de woningscheidende wand, in de berging naast de trapopgang. Uit het inspectierapport blijkt niet om welke schimmels het zou gaan en in hoeverre deze nog actief zijn. Op grond van de schimmelbehandeling van Lamon mag ons inziens worden aangenomen dat het hier gaat om schimmelsporen die zijn behandeld.
Conclusie
(…)
- Behandeling van schimmels wanden:
Blijkens de garantieverklaring van Lamon moet worden aangenomen dat alle delen zijn behandeld in de "gestripte" situatie.
(…)
- dampremmende folie berging 1e verdieping:
(…)
Dit is niet correct en dient te worden hersteld. (…) Herstel kan overigens zonder bezwaar tijdens bewoning plaatsvinden.
(…)
Aanvullend destructief onderzoek lijkt ons (…) niet geïndiceerd, weinig relevant en -daarom- ongewenst.
(…)
- verwijderen alle voorzetwanden:
Inderdaad is het op grond van het aanvankelijke onderzoek door ons bureau, de bedoeling geweest om alle voorzetwanden te verwijderen. Tijdens de uitvoering en aan de hand van nadere inspectie is echter gebleken dat de omvang van de vochtschade in (niet met de buitenmuren in verbinding staande) binnenwanden aanzienlijk meeviel. Om deze reden is besloten om de woningscheidende muur naar de buurwoning niet meer vochttechnisch te behandelen. Het verwijderen en vervangen van de voorzetwand was hierdoor ook niet meer noodzakelijk. Deze wijziging in het plan heeft ons inziens geen negatieve effecten op de bouwfysische kwaliteit van de woning.
(…)
Conclusie Landstra
De rapportage van Nedon schept de sfeer waarbij het renovatieplan onvolledig en onjuist zou zijn uitgevoerd en waarbij nog steeds duidelijke, danwel onacceptabele gezondheidsrisico's zouden bestaan ten aanzien van schimmels, schimmelvorming of schimmeluitbreiding. Feitelijk is door Nedon indicatief, visueel onderzoek uitgevoerd en zijn er geen actieve schimmels geconstateerd en gelet op de behandeling van de woning is dit ook niet aannemelijk. (…) De onderhavige woning moet bouwfysisch worden gekwalificeerd als bovengemiddeld in relatie tot soortgelijke historische woningen. Bij een normaal bewoningsgedrag moet het hier zonder meer mogelijk zijn om een gezond, behaaglijk binnenmilieu te realiseren, net zoals in februari door ondergetekende is geconcludeerd naar aanleiding van de opleveringsinspectie.
(…)"
1.18 Ter zitting van de kantonrechter is afgesproken dat de gemeente aan Lamon zal vragen aan te geven welke werkzaamheden zij terzake van de behandeling van schimmel heeft uitgevoerd. Ter rolle van 6 september 2010 hebben partijen zich hieromtrent uitgelaten, waarbij van de zijde van [appellante] onder meer is aangegeven:
"(…)
[appellante] is derhalve van mening dat de aanvullende stukken weinig toevoegen aan wat reeds bekend was.
Desondanks heeft [appellante] besloten dat zij de woning zo snel mogelijk zou willen gaan inrichten, en uiterlijk op 1 oktober 2010 daadwerkelijk wil gaan bewonen. Ook zij wil een einde maken aan de onzekere situatie waarin zij reeds sinds 2006 verkeert. De woning is in principe bewoonbaar en de toekomst zal dan leren of de schimmels wegblijven. Bovendien wil zij dolgraag op Ameland wonen en zij realiseert zich dat zij niet op korte termijn een andere woning op het eiland zal kunnen krijgen.
(…)"
1.19 Na het bestreden vonnis heeft de gemeente de woning met ingang van 1 november 2010 verhuurd en ter beschikking gesteld aan derden, welke de woning (naar zeggen van de gemeente) ten tijde van het pleidooi op 15 december 2010 nagenoeg volledig hebben ingericht en weldra zullen betrekken.
1.20 [appellante] heeft de huurpenningen vanaf 15 maart 2010, ook na herhaalde aanmaningen door de gemeente, niet voldaan.