ECLI:NL:GHLEE:2011:BP1371
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het hoger beroep bij termijnoverschrijding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 18 januari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte, geboren in 1972 en thans zonder bekende woon- of verblijfplaats, was niet verschenen op de zitting. Het hof heeft vastgesteld dat het hoger beroep niet tijdig is ingesteld. De dagvaarding voor de eerste rechter was op 11 februari 2010 aan de verdachte persoonlijk uitgereikt, en het hoger beroep had binnen veertien dagen na de einduitspraak van 3 maart 2010 moeten worden ingesteld, dus uiterlijk op 17 maart 2010. Echter, het hoger beroep is pas op 19 april 2010 ingesteld, wat betekent dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is.
De raadsman van de verdachte heeft ter zitting aangevoerd dat de verdachte mogelijk niet voldoende op de hoogte was van de strafvervolging en de afdoening daarvan. Het hof heeft echter geoordeeld dat de dagvaarding op de juiste wijze was uitgereikt en dat er geen aanwijzingen zijn dat de verdachte niet op de hoogte was van de inhoud en strekking van de dagvaarding. Bovendien blijkt uit het uittreksel uit de justitiële documentatie dat de verdachte al sinds 1996 in Nederland actief is en bekend is met het instellen van hoger beroep in strafzaken.
Het hof heeft het verzoek tot aanhouding afgewezen, zowel voor het geven van een toelichting op de verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding als voor de aanwezigheid van de verdachte bij de behandeling van het hoger beroep. Het hof heeft geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep, en deze uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het hof, met mr. H.J. Deuring als voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. J.A.A.M. van Veen, in tegenwoordigheid van griffier H. Kingma.