ECLI:NL:GHLEE:2011:BP1223
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de onpartijdigheid en deskundigheid van de beeldend therapeut in een omgangszaak
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, staat de beoordeling van de onpartijdigheid en deskundigheid van de beeldend therapeut van een minderjarige centraal. De zaak betreft een hoger beroep in een omgangszaak tussen de vader en de moeder van het kind. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Kaya, heeft in hoger beroep betoogd dat de beeldend therapeut, mevrouw Wüst, geen BIG-geregistreerde deskundige is en dat zij als vrijwilliger werkzaam is in dezelfde sector als waar de moeder werkzaam is. Dit roept vragen op over de geschiktheid van de therapeut en de objectiviteit van het advies van de Raad voor de Kinderbescherming.
Het hof heeft eerder, in een tussenbeschikking van 15 juni 2010, de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om nader onderzoek te verrichten naar de mogelijkheden van proefcontacten tussen de vader en het kind, en om te rapporteren over de onpartijdigheid en deskundigheid van de therapeut. De Raad heeft echter in zijn rapport van 28 september 2010 geen uitspraken gedaan over deze aspecten, wat het hof als een tekortkoming beschouwt. Tijdens de zitting op 22 december 2010 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun advocaten, en heeft de Raad zijn advies gepresenteerd.
Het hof heeft geconcludeerd dat het onvoldoende voorgelicht is om een beslissing te nemen en heeft de Raad opgedragen om zich alsnog uit te laten over de onpartijdigheid en deskundigheid van mevrouw Wüst. Tevens is het hof geïnteresseerd in eventuele wijzigingen in het advies van de Raad naar aanleiding van deze nieuwe informatie. De partijen zijn in de gelegenheid gesteld om te reageren op de informatie van de Raad vóór 10 februari 2011. De beslissing van het hof is aangehouden totdat de Raad zijn aanvullende rapport heeft ingediend.