met betrekking tot de grieven
4.1 De grieven I en II in het incidenteel appel richten zich tegen het in de vonnissen van 3 december 2008 en 11 maart 2009 uitgesproken oordeel van de kantonrechter dat Choice Music is geslaagd in het bewijs van haar stelling dat de in de dagvaarding omschreven roerende zaken met instemming van [geïntimeerde] in het pand zijn achtergebleven.
4.2 Volgens de toelichting op de grieven heeft de kantonrechter ten onrechte geoordeeld dat Choice Music is geslaagd in het bij vonnis van 19 december 2007 opgedragen bewijs dat zij, Choice Music, ter gelegenheid van de beëindiging van de huurovereenkomst met [geïntimeerde] is overeengekomen dat zij de roerende zaken om niet in het pand mocht achterlaten en dat [geïntimeerde] die roerende zaken in strijd met die afspraak uit het pand heeft verwijderd. [geïntimeerde] is van mening dat de kantonrechter uit het samenstel van de afgelegde verklaringen ten onrechte heeft afgeleid dat de roerende zaken met instemming van [geïntimeerde] in het pand zijn achtergebleven. De directeur van Choice Music, [directeur Choice Music], heeft immers als enige verklaard dat een dergelijke afspraak is gemaakt. Geen van de andere getuigen heeft hierover iets kunnen verklaren.
4.3 Het hof stelt vast dat de kantonrechter, zoals blijkt uit r.o. 4.1 van het vonnis van 3 december 2008, [directeur Choice Music] terecht als partijgetuige heeft aangemerkt, omdat [directeur Choice Music] op het tijdstip waarop hij als getuige is gehoord, statutair bestuurder van Choice Music was (HR 22 december 1995, NJ 1997, 22).
4.4 Het hof overweegt dat de verklaring van [directeur Choice Music] als partijgetuige omtrent door Choice Music te bewijzen feiten geen bewijs in haar voordeel kan opleveren, tenzij de verklaring van [directeur Choice Music] strekt ter aanvulling van onvolledig bewijs. Volgens HR 31 maart 1995 (NJ 1997, 592; LJN: ZC1688) geldt de beperking van de bewijskracht van de verklaring van de partijgetuige niet, als er aanvullende bewijzen voorhanden zijn die zodanig sterk zijn en zodanig essentiële punten betreffen dat zij de verklaring van de partijgetuige voldoende geloofwaardig maken.
4.5 [directeur Choice Music] heeft verklaard dat hij ongeveer twee of drie weken voor het vertrek van Choice Music met [geïntimeerde] heeft afgesproken dat er na het vertrek spullen in het pand mochten achterblijven totdat hij daarvoor onderdak had gevonden en dat hij voor het achterblijven van de spullen [geïntimeerde] hoefde niets te betalen. Bij het maken van die afspraak was volgens [directeur Choice Music] verder niemand aanwezig.
4.6 Naar het oordeel van het hof is er geen aanvullend bewijs dat zodanig sterk is en zodanig essentiële punten betreft dat het de verklaring van [directeur Choice Music] als partijgetuige voldoende geloofwaardig maakt. Immers, geen van de overige getuigen heeft uit eigen wetenschap iets verklaard over het bestaan van de door Choice Music gestelde afspraak, terwijl het bestaan daarvan door [geïntimeerde] gemotiveerd is betwist.
4.7 Zelfs indien veronderstellenderwijs wordt aangenomen dat [geïntimeerde] niet (direct) bij Choice Music heeft geprotesteerd tegen het achterlaten van roerende zaken, is dit geen aanvullend bewijs in vorenbedoelde zin. In aanmerking nemend dat Choice Music geen adres heeft achtergelaten waar zij na haar vertrek uit [woonplaats] te bereiken zou zijn, kan de omstandigheid dat [geïntimeerde] niet (aantoonbaar) heeft getracht [directeur Choice Music] te bereiken om hem te vragen de achtergebleven spullen op te halen, niet worden gezien als een (impliciete) instemming door [geïntimeerde] met het achterlaten door Choice Music van bedoelde roerende zaken. Zulks kan daarmee niet als steunbewijs dienen voor de door [directeur Choice Music] afgelegde verklaring.
4.8 Het hof is dan ook van oordeel dat niet is komen vast te staan dat tussen Choice Music en [geïntimeerde] de afspraak gold dat Choice Music roerende zaken in het pand mocht achterlaten en dat Choice Music daarvoor niet hoefde te betalen. De grieven I en II in het incidenteel appel zijn derhalve terecht voorgedragen.