ECLI:NL:GHLEE:2010:BM1685
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A.J.H. van Suilen
- J. Lamens
- J. van de Merwe
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vergrijpboete inkomstenbelasting 2004
In deze zaak gaat het om de vraag of de vergrijpboete die aan belanghebbende is opgelegd terecht is. Belanghebbende, een emeritus hoogleraar, ontkent opzettelijk een onjuiste aangifte te hebben gedaan voor het jaar 2004, terwijl de Inspecteur van mening is dat er sprake is van voorwaardelijk opzet. De zaak is ontstaan na de oplegging van een aanslag in de inkomstenbelasting en een vergrijpboete van € 3.805, die door de Inspecteur werd opgelegd na het vaststellen van een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 62.356 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.026. De rechtbank Leeuwarden heeft eerder de uitspraak van de Inspecteur vernietigd, waarna de Inspecteur in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting op 2 maart 2010 heeft belanghebbende verklaard dat hij de uitkering van een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule niet had opgegeven in zijn aangifte, omdat hij deze informatie verkeerd had opgeborgen. De Inspecteur stelde dat belanghebbende zich bewust moest zijn geweest van de fiscale gevolgen van de uitkering, gezien zijn opleiding en de informatie die hij had ontvangen. Het Hof oordeelde echter dat er onvoldoende bewijs was voor opzet, omdat belanghebbende geloofwaardig had verklaard dat hij de uitkering simpelweg was vergeten aan te geven. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de boete niet kon worden opgelegd.
De beslissing van het Hof houdt in dat de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende wordt veroordeeld en dat er griffierecht wordt geheven voor het instellen van beroep in cassatie. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 13 april 2010.