ECLI:NL:GHLEE:2010:BM1271
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Feitelijk leidinggeven aan de verkoop en het voorhanden hebben van grote hoeveelheden softdrugs in een coffeeshop
In deze zaak gaat het om de verdachte die wordt beschuldigd van feitelijk leidinggeven aan het voorhanden hebben en de verkoop van grote hoeveelheden hennep en hasjiesj door een coffeeshop. De tenlastelegging omvat twee onderdelen: (A) feitelijk leidinggeven aan het opzettelijk voorhanden hebben van grote hoeveelheden softdrugs en (B) feitelijk leidinggeven aan de bedrijfsmatige verkoop van deze softdrugs. Tijdens doorzoekingen op 7 december 2004 werden aanzienlijke hoeveelheden marihuana en hasjiesj aangetroffen, zowel in de coffeeshop als bij de bedrijfsleider van de coffeeshop, die als medeverdachte fungeert. Deze medeverdachte verklaarde dat de drugs van hem waren en dat de verdachte daar geen weet van had. Het hof oordeelt dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte op de hoogte was van de grote hoeveelheden softdrugs en spreekt haar vrij van het onder A tenlastegelegde. Voor wat betreft het onder B tenlastegelegde, concludeert het hof dat er geen bewijs is dat de gedoogcriteria zijn overtreden in de periode tot 7 december 2004, waardoor de officier van justitie niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vervolging. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en spreekt de verdachte vrij van beide tenlastegelegde feiten.