ECLI:NL:GHLEE:2009:BH9140

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
31 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000562-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor diefstal van een fiets

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 31 maart 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1965, werd beschuldigd van diefstal van een damesfiets, merk Batavus, kleur blauw, die op 20 december 2007 in de gemeente [gemeente] was weggenomen. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf, maar de verdachte ging hiertegen in hoger beroep.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een gevangenisstraf van een week. Het hof heeft echter besloten het vonnis van de politierechter te vernietigen en opnieuw recht te doen. De verdachte voerde aan dat hij dacht dat de fiets van hem was en had geen opzet tot wederrechtelijke toe-eigening. Het hof heeft de verklaring van de verdachte gehoord, waarin hij aangaf dat hij zijn eigen fiets had achtergelaten en de damesfiets had meegenomen zonder te beseffen dat dit niet zijn fiets was.

Na beoordeling van het bewijs heeft het hof geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die aangaf zijn leven weer op orde te krijgen na een periode van verslaving. Gezien deze omstandigheden heeft het hof besloten om een werkstraf van veertien uren op te leggen, met als alternatief zeven dagen vervangende hechtenis indien de werkstraf niet naar behoren wordt verricht. Het hof heeft de verdachte strafbaar verklaard en het vonnis van de politierechter vernietigd.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000562-08
Parketnummer eerste aanleg: 17-712510-07
Arrest van 31 maart 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 18 februari 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1965] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. T. Akkerman, advocaat te Joure.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf van een week.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 20 december 2007, te [plaats], in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (dames)fiets, (merk Batavus, kleur blauw), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Door en namens verdachte is ter terechtzitting aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de diefstal van de fiets. Verdachte was in de veronderstelling dat de fiets van hem was en had derhalve geen oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, aldus de verdediging.
Verdachte heeft ter terechtzitting van het hof het volgende verklaard.
Verdachte had op 20 december 2007 zijn eigen fiets bij zich. Hij had deze - toen hij een patatje ging eten - op een andere plek achtergelaten dan waar de desbetreffende fiets stond die hij later heeft meegenomen. Verdachte was in het bezit van een herenfiets, en de fiets die hij heeft meegenomen was een damesfiets. Hij had zijn fietssleutel bij zich, maar deze paste niet op het slot van de door hem meegenomen fiets. Desondanks heeft verdachte de fiets, door het achterwiel omhoog te tillen, meegenomen.
Op grond van vorenstaande acht het hof het onaannemelijk dat bij verdachte sprake was van een vergissing, toen hij de fiets op 20 december 2007 heeft weggenomen. Het hof verwerpt het verweer.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 20 december 2007, te [plaats], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een damesfiets, (merk Batavus, kleur blauw), toebehorende aan
[slachtoffer].
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
diefstal.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte. Het hof heeft in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op 20 december 2007 schuldig gemaakt aan diefstal van een fiets. Verdachte heeft met zijn handelen inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de eigenaar.
Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een hem betreffend Uittreksel uit het Justitiële Documentatieregister d.d. 5 januari 2009 - meermalen is veroordeeld ter zake van soortgelijke strafbare feiten.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf - zoals opgelegd door de rechter in eerste aanleg en gevorderd door de advocaat-generaal - een passende bestraffing is. Gelet op hetgeen omtrent verdachtes gewijzigde persoonlijke omstandigheden ter terechtzitting van het hof naar voren is gekomen, ziet het hof echter aanleiding om hiervan af te zien. Verdachte heeft ter terechtzitting naar voren gebracht dat hij, na jarenlang verslaafd te zijn geweest, zijn leven nu geleidelijk op orde krijgt. Het hof wil deze positieve ontwikkeling in het leven van verdachte niet doorkruisen en ziet in deze omstandigheden aanleiding om hem een werkstraf van na te melden duur op te leggen.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c (oud), 22d, 63 (oud) en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van veertien uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van zeven dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. K. Lahuis, voorzitter, mr. G. Dam en
mr. F.A. Hartsuiker, in tegenwoordigheid van mr. M. Zevenhuizen als griffier, zijnde mr. Hartsuiker voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.