ECLI:NL:GHLEE:2009:BH6266
Gerechtshof Leeuwarden
- Raadkamer
- H.J. Deuring
- H.M. Poelman
- J.J. Beswerda
- Rechtspraak.nl
Vernietiging beschikking rechtbank en niet-ontvankelijk verklaring verzoeker in strafzaak na toezegging OM
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 13 maart 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Groningen van 10 oktober 2008. De rechtbank had het verzoek van de verzoeker toegewezen en een vergoeding van € 37.071,04 toegekend. De officier van justitie had echter tijdig hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft vastgesteld dat de zaak omstreeks september 2007 is geëindigd met een mondelinge toezegging van de officier van justitie aan de raadsman van de verzoeker, mr. R. Lassche, dat verzoeker niet verder zou worden vervolgd. Ondanks herhaalde verzoeken om een schriftelijke bevestiging van deze toezegging, heeft het Openbaar Ministerie nagelaten deze te verstrekken, wat heeft geleid tot onzekerheid bij de verzoeker over zijn vervolging.
Het hof oordeelt dat het verzoek van de verzoeker op 24 juni 2008 is ingediend, ruimschoots na de gestelde termijn. De rechtbank heeft verzoeker ten onrechte in zijn verzoek ontvangen. Het hof vernietigt daarom de beschikking van de rechtbank en verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek. Tevens ziet het hof geen aanleiding om de kosten van de procedure te vergoeden. De beslissing is genomen in een meervoudige raadkamer, waarbij de advocaat-generaal en de raadsman zijn gehoord. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van verzoeken en de noodzaak voor het Openbaar Ministerie om toezeggingen schriftelijk te bevestigen.