ECLI:NL:GHLEE:2008:BD5818
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- A. Knijp
- J. Telman
- M. Zondag
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van echtgenote voor niet-betaalde sociale verzekeringspremies door echtgenoot
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 25 juni 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep van een kort geding dat eerder door de rechtbank Groningen was behandeld. De zaak betreft de aansprakelijkheid van [geïntimeerde], de echtgenote van [betrokkene 1], voor schade die is ontstaan doordat [betrokkene 1] in de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2004 geen premies sociale verzekeringen heeft afgedragen aan het UWV. Het UWV stelt dat [geïntimeerde] (mede) aansprakelijk is voor deze schade, omdat zij op de hoogte was van de fraude van haar echtgenoot en hier niet tegen heeft opgetreden. Het hof overweegt dat het UWV niet voldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld die de conclusie rechtvaardigen dat [geïntimeerde] onrechtmatig heeft gehandeld. Het enkele feit dat zij mogelijk op de hoogte was van de fraude is niet voldoende om haar aansprakelijk te stellen.
Het hof wijst erop dat de stelling van het UWV dat [geïntimeerde] heeft meegewerkt aan het opzetten van een schijnconstructie niet is onderbouwd met feiten. Ook de verwijzing naar haar zwijgrecht in het strafrechtelijk onderzoek kan niet worden gebruikt om haar aansprakelijkheid in deze civiele zaak te onderbouwen. Het hof concludeert dat het UWV niet in staat is geweest om voldoende bewijs te leveren voor haar vordering tegen [geïntimeerde].
De voorzieningenrechter in eerste aanleg had reeds geoordeeld dat de vordering van het UWV ondeugdelijk was, en het hof bevestigt dit oordeel. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt het UWV in de kosten van het geding in hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in aansprakelijkheidszaken en de bescherming van rechten van verdachten in strafzaken.