ECLI:NL:GHLEE:2008:BD0698
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake inkomstenbelasting en afwezigheid bij zitting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de rechtbank Leeuwarden, waarin de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen een aanslag in de inkomstenbelasting ongegrond heeft verklaard. De inspecteur had op 7 februari 2006 een aanslag opgelegd voor het jaar 2003, berekend naar een belastbaar inkomen van € 10.431. Belanghebbende heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd door de inspecteur ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende op 4 mei 2007 eveneens ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting van het hof op 29 februari 2008, ondanks een schriftelijke afmelding wegens gezondheidsredenen. Het hof heeft de zaak behandeld in afwezigheid van belanghebbende en heeft geoordeeld dat de rechtbank terecht de mondelinge behandeling heeft door laten gaan. Het hof heeft vastgesteld dat belanghebbende geen verzoek om uitstel heeft ingediend en dat de rechtbank op basis van de beschikbare stukken tot een gefundeerd oordeel kon komen.
Het hof heeft de argumenten van belanghebbende, die zich verzet tegen de uitspraak van de rechtbank, niet gegrond bevonden. Het hof heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van het hof is op 25 april 2008 openbaar uitgesproken, en belanghebbende kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad.