ECLI:NL:GHLEE:2008:BC4800
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.M. van der Meer
- J. Huiskes
- H. Bakker
- Rechtspraak.nl
Toepassing van het verlaagde tarief op de training van dressuurpaarden en de status van stalling en verzorging als afzonderlijke diensten
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 15 februari 2008, staat de toepassing van het verlaagde tarief van de omzetbelasting centraal. De belanghebbende, een manege die zich richt op het trainen van paarden in de discipline dressuur, heeft een teruggaaf van omzetbelasting aangevraagd over het eerste kwartaal van 2002. De inspecteur van de Belastingdienst heeft deze aanvraag afgewezen, wat leidde tot een beroepsprocedure. De belanghebbende stelt dat het verlaagde tarief van toepassing is op de training van paarden, terwijl de inspecteur dit ontkent en de stalling en verzorging van de paarden als afzonderlijke diensten beschouwt die onder het algemene tarief vallen.
Het hof heeft vastgesteld dat de belanghebbende een manege exploiteert en dat haar klanten uit het hele land komen voor de training van hun paarden. De inspecteur heeft eerder een herberekening van de omzetbelasting uitgevoerd, waarbij de stalling en verzorging van de paarden onder het algemene tarief zijn belast, terwijl de training voor een deel onder het verlaagde tarief valt. Het hof heeft de argumenten van beide partijen overwogen en geconcludeerd dat de training van paarden niet kan worden aangemerkt als de oplevering van een vervaardigd goed, zoals bedoeld in de belastingwetgeving. Dit betekent dat het algemene tarief van toepassing is op de training van paarden.
De uitspraak van het hof heeft ook implicaties voor de teruggaaf van de omzetbelasting. Het hof heeft vastgesteld dat de teruggaaf tot een te laag bedrag is verleend en heeft de inspecteur opgedragen een aanvullende teruggaaf van € 102,- te verlenen. De proceskosten zijn vastgesteld op € 46,20, die door de inspecteur aan de belanghebbende moeten worden vergoed. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken en de belanghebbende heeft recht op vergoeding van het griffierecht van € 232,- door de Staat der Nederlanden.