ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0732
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.M. van der Meer
- J. Huiskes
- H. Bakker
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing op stamrechtuitkering en de vraag van vorderbaarheid en inbaarheid
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 27 juli 2007, staat de vraag centraal of er in 2001 sprake is van een belaste stamrechtuitkering van € 30.007. De belanghebbende had voor de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2001 een aangifte ingediend met een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 11.581. De inspecteur legde echter een aanslag op met een belastbaar inkomen van € 47.556, wat leidde tot bezwaar van de belanghebbende. Dit bezwaar werd afgewezen door de inspecteur, waarna de belanghebbende in beroep ging bij het hof.
Tijdens de procedure werd duidelijk dat de belanghebbende recht had op een periodieke uitkering van H BV, die was opgericht door haar overleden echtgenoot. De inspecteur stelde dat de stamrechtuitkering in 2001 vorderbaar en inbaar was, terwijl de belanghebbende betoogde dat de uitkering niet was ontvangen of ter beschikking gesteld in dat jaar. Het hof onderzocht de feiten en concludeerde dat de vordering van H op I, een andere vennootschap, ruimte bood voor de uitkering aan de belanghebbende. Het hof oordeelde dat de stamrechtuitkering niet alleen vorderbaar, maar ook inbaar was, en verklaarde het beroep ongegrond.
De uitspraak benadrukt de juridische nuances rondom de belastingheffing van stamrechtuitkeringen en de voorwaarden waaronder deze als belastbaar inkomen kunnen worden aangemerkt. Het hof wees erop dat de belanghebbende geen nadere mondelinge behandeling wenste en dat de proceskosten niet voor vergoeding in aanmerking kwamen. De beslissing werd op 1 augustus 2007 aan beide partijen aangetekend verzonden.