ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0731
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag onroerende-zaakbelastingen voor het jaar 2004
In deze zaak gaat het om de vraag of belanghebbende op 1 januari 2004 als gebruiker van een woning moet worden aangemerkt voor de onroerende-zaakbelastingen. De belanghebbende ontving op 31 juli 2004 een aanslag in de onroerende-zaakbelastingen, specifiek de gebruikersbelasting, ter hoogte van € 259,92. Na een bezwaarschrift dat door de heffingsambtenaar op 16 september 2004 werd afgewezen, is belanghebbende in beroep gegaan bij het Gerechtshof Leeuwarden. De mondelinge behandeling vond plaats op 24 mei 2005 en werd later hervat op 24 mei 2007. Tijdens deze zittingen zijn verschillende getuigen en gemachtigden verschenen, waaronder de heer A en de heren B en C namens de heffingsambtenaar.
De feiten tonen aan dat de woning, gelegen aan de a-straat 2 te L, een oude pachtboerderij is die in het verleden aan verschillende families is verhuurd. Belanghebbende heeft nooit op het adres van de woning ingeschreven gestaan en heeft de woning na een periode van onderhoud pas medio 2005 opnieuw te huur aangeboden. De heffingsambtenaar stelt dat belanghebbende op 1 januari 2004 als gebruiker moet worden aangemerkt, omdat de woning gemeubileerd was en de nutsvoorzieningen door belanghebbende werden betaald. Belanghebbende betwist dit en stelt dat de woning leegstond en niet door haar werd gebruikt.
Het hof oordeelt dat de heffingsambtenaar niet voldoende bewijs heeft geleverd dat belanghebbende op de genoemde datum als gebruiker kan worden aangemerkt. De aanslag in de gebruikersbelasting voor het jaar 2004 wordt dan ook vernietigd. Het hof verklaart het beroep van belanghebbende gegrond, vernietigt de eerdere uitspraak van de heffingsambtenaar en bepaalt dat de gemeente De Wolden het door belanghebbende betaalde griffierecht vergoedt. Tevens wordt de heffingsambtenaar veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan belanghebbende.