ECLI:NL:GHLEE:2007:BA5711
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.F. Goes
- E.A.G. van der Ouderaa
- J. den Boer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting en de waarde van onroerende zaak bij verkoop
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 14 mei 2007, staat de hoogte van de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting centraal, evenals de correctie van het belastbaar inkomen met betrekking tot de verkoop van een onroerende zaak aan de a-straat 12-14 te Z. De belanghebbende, vertegenwoordigd door A (B te M), heeft een beroepschrift ingediend tegen de uitspraak van de inspecteur van 20 april 2004, die een aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 1997 had opgelegd. De inspecteur had een belastbaar inkomen vastgesteld van ƒ 587.412, met een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting van ƒ 42.022. Na bezwaar werd de aanslag ambtshalve verminderd tot ƒ 571.490, met een aangepaste aftrek van ƒ 40.464.
Tijdens de mondelinge behandeling op 14 maart 2007 werd het geschil verder toegelicht. De belanghebbende stelde dat de aanslag verlaagd moest worden als gevolg van een vermindering van het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang en een verhoging van de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. De inspecteur concludeerde tot een vermindering van de aanslag met ƒ 1.043 en een aanpassing in lijn met eerdere uitspraken van de Hoge Raad.
De feiten tonen aan dat de belanghebbende via zijn vennootschap E BV middellijk aandeelhouder was van F Ltd, waar hij zijn arbeidsbeloning ontving. De inspecteur had bij de berekening van de vrijstelling ter voorkoming van dubbele belasting een onjuist bedrag aan buitenlands inkomen gehanteerd. Tevens was er een geschil over de waarde van de onroerende zaak aan de a-straat 12-14, die in 1997 werd verkocht. Partijen kwamen ter zitting overeen dat de waarde op dat moment ƒ 535.000 bedroeg, wat leidde tot een uitdeling van ƒ 65.000 door E BV aan de belanghebbende.
Het Hof oordeelde dat het beroep gegrond was en vernietigde de uitspraak van de inspecteur. De aanslag werd verlaagd naar een belastbaar inkomen van ƒ 536.490, met inachtneming van de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. De proceskosten werden vastgesteld op € 644, en het griffierecht van € 37 werd aan de belanghebbende vergoed.