2. Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat, als tussen partijen niet in geschil, dan wel door één van hen gesteld en door de wederpartij niet of niet voldoende weersproken, het volgende vast:
2.1 Belanghebbende is houder van een voertuig, merk Chevrolet, type Chevy Van 20 Globemaster, met kenteken YY-YY-00
(: het voertuig), welke als bestelauto met dubbele cabine in de zin van artikel 3, derde lid, aanhef en onder d, van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (: de Wet) in het kentekenregister staat geregistreerd.
2.2 Op 18 oktober 2004 is het voertuig gecontroleerd door ambtenaren van de Douane Noord, waaronder de heren C en E. Deze controle vond plaats op de openbare weg aan de a-weg te L. De ambtenaren troffen de heer A aan als bestuurder van het voertuig. De heer A vervoerde die dag in het voertuig grote rollen vloerbedekking in verband waarmee hij de vaste scheidingswand, die normaliter is gesitueerd tussen de laadruimte en de cabine had verwijderd.
2.3 De ambtenaren hebben ter gelegenheid van de controle op 18 oktober 2004 foto’s gemaakt van de buitenkant en de binnenkant van het voertuig. Drie foto’s behoren tot de gedingstukken. Tegelijkertijd met de controle heeft de heer A een verklaring afgelegd, welke als volgt luidt:
“Ik heb vandaag het tussenschot van deze auto zelf verwijderd. Dit heb ik gedaan omdat ik wat spullen moest verhuizen. De route van waar naar waar is voor mij niet relevant, dit is ook niet belangrijk. Verder wil ik niets toevoegen aan deze verklaring, maar ik ben het niet eens met de gang van zaken het is een momentopname ik doe het niet bewust. De spullen die ik moest verhuizen pasten niet in de laadruimte vandaar dat ik het tussenschot heb verwijderd. Ik vind het niet juist dat X nu een naheffing krijgt. Normaal waren we nooit naar L gegaan en hier dus ook niet langsgekomen en wie verwacht er nu gecontroleerd te worden door de douane.” In zijn brief van medio december 2004, gericht aan een medewerker van Douane Noord, schrijft de heer Jager het volgende: “… Wij hebben in oktober 2004 de auto van de heer X geleend, en aangezien de laadruimte te klein was, even een paar uurtjes het tussenschot eruit gehaald om de ruimte te vergroten om een paar rollen vloerbedekking weg te brengen. Hiervoor zijn diverse getuigen. Toen zijn wij aangehouden, ik en de heer D door de Douane. We hebben gelijk daarna het tussenstuk er weer ingezet. Een tijdje daarna kwam de heer X bij mij met een bekeuring. Een bekeuring van 700 euro. Hier kan de heer X dus niets aan doen. Men had ons ook even kunnen vragen de auto de volgende dag weer te laten zien, voor het tussenschot. Men heeft toch met mensen te maken, en men spreekt in dit land toch over normen en waarden. Dit oude busje heeft altijd een tussenschot gehad en nu zelfs nog, ik vraag u dan ook deze bekeuring te seponeren want hier wordt veel onrecht gedaan, omdat ik het gedaan heb en niet dhr X en ik op dat moment niet echt wist dat ik iets fout was.”
2.4 In zijn brief, ingekomen bij de inspecteur op 3 februari 2005, neemt de heer A het volgende op: “…Ten eerste is er iets gebeurd, waarbij wij helemaal niet wisten dat we iets fouts deden. Ik en dhr D waren de enige aanwezigen in de auto op dat moment om wat rollen vloerbedekking weg te brengen, vandaar dat het schot er even tussen uit. Dat heb ik zelf gedaan. De ruimte achterin was leeg en de stoelen hadden wij iets los gemaakt dus die stonden niet vast. Dus er was sprake van een lege ruimte. Nu heb ik van een kennis gehoord na die tijd die er veel verstand van heeft dat je dan helemaal niets fouts doet, want een lege ruimte mag …”
2.5 In zijn brief d.d. 22 mei 2005 aan de inspecteur geeft de heer A het volgende weer:”… In de bus die geleend was hebben wij het tussenstuk eruitgehaald, om een paar rollen vloerbedekking te vervoeren. Men had ons verteld, dat als wij een open laadruimte zouden hebben, dat het dan ook voldeed aan het grijs kenteken, vandaar dat wij alles ook los hebben gemaakt. Wij waren ter goeder trouw. Door de douane werd ook helemaal niet gecontroleerd of de stoelen vastzaten. Wij hebben het tussenstuk direct weer teruggeplaatst, omdat wij niet in de veronderstelling waren iets verkeerds gedaan te hebben. En dat wilden wij ook niet. Bij navraag na die tijd bij een autodealer werd ons verteld dat wij gelijk hadden als de oppervlakte groot genoeg was en er niets vast zat, dus wij hadden gelijk. … “