ECLI:NL:GHLEE:2007:BA2134
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.M. van der Meer
- J. Huiskes
- S.A.W.J. Strik
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing van een bedrag in de inkomstenbelasting en de navorderingsaanslag voor het jaar 1996
In deze zaak gaat het om de vraag of een bedrag van f 34.231,- moet worden gerekend tot het belastbare inkomen van de belanghebbende, die in 1996 directeur en groot aandeelhouder was van F B.V. De belanghebbende ontving in april 1996 een bedrag van f 59.231,-, waarvan f 25.000,- als terugbetaling van een eerder verstrekt bedrag. De inspecteur legde een navorderingsaanslag op, waarbij het belastbare inkomen werd vastgesteld op f 113.703,-, inclusief het niet aangegeven bedrag van f 34.231,-. De belanghebbende ging in beroep tegen deze navorderingsaanslag, waarbij hij stelde dat het bedrag onbelast zou zijn als vermogenswinst.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat de inspecteur van mening was dat het bedrag als andere inkomsten uit arbeid, rente of dividend belast moest worden. Het hof oordeelde dat de inspecteur onvoldoende had aangetoond dat het voordeel van het bedrag redelijkerwijs te verwachten was, en dat de belanghebbende niet actief betrokken was bij de overeenkomst die leidde tot de lening. Het hof concludeerde dat het bedrag belastbaar was als rente, en dat de inspecteur de verhoging van 25% passend achtte, gezien de omstandigheden van de zaak.
Het hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de inspecteur, en verlaagde de navorderingsaanslag tot een belastbaar inkomen van f 113.361,-. Tevens werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende. De uitspraak werd gedaan op 30 maart 2007 door het Gerechtshof te Leeuwarden, en de beslissing werd op 4 april 2007 aan beide partijen verzonden.