2. De feiten
Blijkens de gedingstukken en op grond van het verhandelde ter zitting staat als onbetwist, dan wel onvoldoende betwist, tussen partijen vast:
2.1 Belanghebbende is geboren op .. mei 19.. en is ongehuwd.
2.2 Sinds 20 september 2000 is belanghebbende in de vorm van een eenmanszaak een groothandel in gebruikte auto's begonnen. Dit bedrijf is in de loop van 2003 weer gestaakt.
2.3 Vanaf 1991 was belanghebbende in loondienst in Duitsland werkzaam als uitvoerder in de bouw. In de loop der jaren was hij opeenvolgend bij verschillende bouwondernemingen in loondienst. De laatste (Duitse) werkgever was de Firma C in L.
Het laatst daar verdiende bruto loon bedroeg DM 10.000,- per maand, waarbij er volgens belanghebbende na aftrek van belastingen en dergelijke een netto maandloon overbleef van DM 5.200,-
(= € 2.100,-).
2.4 Tijdens een in 2004 uitgevoerd boekenonderzoek over de jaren 2000 en 2001 (zie nader 2.12 en 2.13) kwam naar voren dat belanghebbende niet meer in het bezit was van al zijn bank- en giroafschriften. Belanghebbende had tegenover een medewerker van zijn voormalige gemachtigde verklaard dat hij deze stukken niet meer had omdat hij deze, na ze te hebben gelezen, had weggegooid. Onder deze bank- en girorekeningen bevindt zich ook minimaal één zakelijke bankrekening (zie bijlage 22 bij het verweerschrift). Op het controleadres was enkel een met potlood geschreven tabellarisch kasboek aanwezig.
2.5 In de onderzochte jaren 2000 en 2001 kwamen in het aanwezige tabellarische kasboek van de onderneming van belanghebbende een aantal negatieve kassen voor. Voor het jaar 2000 ging het om een hoogste negatieve kas van f 368.607,-. In 2001 ging het om een negatieve kas van f 59.228,-. Deze laatste negatieve kas kon pas worden geconstateerd ná eliminatie van een geboekte lening vanuit privé per 1 januari 2001 voor een bedrag van f 60.000,- (zie hoofdstuk 3.1.1 van bijlage 7 bij het verweerschrift}.
2.6 Over de jaren 1996 tot en met 2000 zijn er door belanghebbende geen aangiften vermogensbelasting ingediend.
2.7 In de uitoefening van zijn bedrijf heeft belanghebbende gebruik gemaakt van een op 3 oktober 2000 aangeschafte Mercedes Sprinter. Deze auto met kenteken 00-YY-YY is gekocht voor f 75.000,- inclusief omzetbelasting.
De cataloguswaarde van deze Mercedes is door de inspecteur gesteld op f 80.000,-.
Het gehele jaar 2001 is door belanghebbende van deze auto gebruik gemaakt.
Er is door belanghebbende voor deze auto geen kilometeradministratie bijgehouden. Deze Mercedes is geactiveerd op de balans.
Bij de RDW is het kenteken pas per 2 januari 2001 op naam gekomen van belanghebbende.
Bij de RDW is het kenteken op 12 oktober 2001 weer op een derde overgegaan. In de jaarrekening van 2001 is echter aangegeven dat belanghebbende nog steeds in het bezit is van deze Mercedes.
2.8 Op 27 juli 2001 heeft belanghebbende volgens zijn kasboek van mevrouw D uit M een B.M.W. gekocht voor een bedrag van f 32.500,-. Deze B.M.W. heeft als kenteken: 01-YY-01. Op 11 januari 2002 heeft belanghebbende deze B.M.W. weer (terug)verkocht aan mevrouw D uit M voor een bedrag van f 30.000,-.
Volgens de gegevens van het RDW heeft deze B.M.W. in de periode 27 juli 2001 tot en met 25 februari 2002 op naam gestaan van belanghebbende. Per deze laatste datum is het kenteken bij de RDW overgeschreven op naam van mevrouw D. 2.9 Op 7 november 2001 vermeldt belanghebbende in zijn kasboek een aankoop van een Mercedes E 300 turbo met kenteken YY-YY-02 voor een aankoopbedrag van f 79.250,-.
Op 28 november 2001 maakt belanghebbende in zijn kasboek melding van een overbrenging naar privé van diezelfde Mercedes E 300 turbo met kenteken YY-YY-02 voor een bedrag van f 75.000,-.
Volgens de gegevens van de RDW wordt per 9 november 2001 de Mercedes met kenteken YY-YY-02 op naam van belanghebbende gezet.
Volgens de gegevens van de RDW wordt per 25 maart 2002 deze auto van de naam van belanghebbende afgeschreven.
2.10 Omdat niet de vereiste aangifte IB/PH 2001 was ingediend zijn er ambtshalve aanslagen IB/PH 2001 en Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) 2001 opgelegd met dagtekening 26 september 2003.
2.11 Op 29 september 2003 werd er door de gemachtigde alsnog een aangifte 2001 ingediend. Deze aangifte, vergezeld van de jaarrekening 2001 welke nog door de voormalige gemachtigde (E Accountants) werd opgemaakt, werd door de inspecteur aangemerkt als bezwaarschrift tegen de aanslag IB/PH 2001 en als bezwaarschrift tegen de aanslag WAZ 2001.
Het op de aangifte vermelde belastbaar inkomen uit werk en woning bedroeg € 1.133,- Er werd geen belastbaar inkomen uit sparen en beleggen aangegeven.
2.12 Mede naar aanleiding van deze aangifte is door de inspecteur besloten om een boekenonderzoek in te stellen over de jaren 2000 en 2001. Op 10 februari 2004 is dit onderzoek aangekondigd. Op 3 september 2004 is het boekenonderzoek beëindigd door middel van het uitbrengen van een rapport door de controlerend ambtenaar (bijlage 7 bij het verweerschrift).
2.13 Bij het boekenonderzoek zijn vier winstcorrecties voorgesteld, te weten:
a. omzetbijtelling doordat privé-storting niet is geaccepteerd:
f 62.053,-;
b. privé-gebruik auto: f 14.080,-;
c. hogere waarde voorraad auto's: f 30.000,-;
d. minder verlies auto naar privé: f 4.250,-.
Het belastbare inkomen uit werk en woning bedroeg volgens dit rapport f 112.879,- (€ 51.222,-) en het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen f 21.534,- (€ 9.771,-).
Aangezien deze belastbare inkomens hoger lagen dan die waarnaar de eerder opgelegde ambtshalve IB/PH-aanslag was vastgesteld, heeft de behandelend ambtenaar destijds besloten om zowel het ingediende bezwaarschrift IB/PH 2001 als ook het bezwaarschrift WAZ 2001 af te wijzen. In zijn uitspraak op het bezwaarschrift IB/PH 2001 van 8 oktober 2004 heeft de behandelend ambtenaar tevens aangegeven dat er naast de afwijzing van het bezwaarschrift ook een navorderingsaanslag IB/PH 2001 zal worden opgelegd.
2.14 Op 16 november 2004 is de navorderingsaanslag opgelegd met als grondslag de in het controlerapport vermelde belastbare inkomens. Bij deze navorderingsaanslag is een vergrijpboete van 50% (opzet) opgelegd voor wat betreft een winstcorrectie van
f 62.053,-. De overige correcties zijn beboet met een vergrijpboete van 25% (grove schuld). Deze navorderingsaanslag is in deze procedure niet in het geding.