ECLI:NL:GHLEE:2006:AZ2738
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.M. van der Meer
- J. Huiskes
- H. Bakker
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de Resolutie op huuropbrengsten en verkoopopbrengsten van melkquotum na overlijden echtgenoot
In deze zaak, uitgesproken op 17 november 2006 door het Gerechtshof Leeuwarden, staat centraal of de Resolutie van toepassing is op de huuropbrengsten en verkoopopbrengsten van het melkquotum dat door belanghebbende is verkregen na het overlijden van haar echtgenoot. De belanghebbende, mevrouw X, had een naheffingsaanslag in de omzetbelasting ontvangen van de Belastingdienst Noord, die betrekking had op het tijdvak van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2003. De naheffingsaanslag was opgelegd op basis van de Wet op de omzetbelasting 1968, waarbij de inspecteur de huuropbrengsten en verkoopopbrengsten van het melkquotum in de omzetbelasting betrok.
De feiten van de zaak tonen aan dat de echtgenoot van belanghebbende tot zijn overlijden een landbouwbedrijf had, dat na zijn overlijden werd gestaakt. Belanghebbende erfde de landbouwgronden en het melkquotum, maar zette het bedrijf van haar echtgenoot niet voort. De inspecteur stelde dat belanghebbende als ondernemer in de zin van de wet moest worden aangemerkt en dat zij omzetbelasting verschuldigd was over de ontvangen vergoedingen.
Belanghebbende betoogde dat de Resolutie van toepassing was, omdat er feitelijk niets was veranderd na het overlijden van haar echtgenoot. Het hof oordeelde echter dat belanghebbende niet als landbouwer of veehouder kon worden aangemerkt en dat de Resolutie niet op haar van toepassing was. Het hof verwierp ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel, omdat de inspecteur geen begunstigend beleid had aangetoond. Uiteindelijk werd het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, en de naheffingsaanslag bleef in stand.