ECLI:NL:GHLEE:2006:AY7611
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.M. van der Meer
- J. Huiskes
- H. Bakker
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag onroerende zaakbelastingen: woning of niet-woning?
In deze zaak heeft het Gerechtshof te Leeuwarden op 1 september 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting X en de heffingsambtenaar van de gemeente Delfzijl over de aanslag in de onroerende zaakbelastingen voor het jaar 2004. De belanghebbende, Stichting X, betwistte de aanslag en stelde dat de onroerende zaak, een verzorgingstehuis met appartementen, als woning moest worden aangemerkt, terwijl de heffingsambtenaar van mening was dat het als niet-woning moest worden beschouwd. De belanghebbende voerde aan dat de woonoppervlakte in hoofdzaak de totale brutovloeroppervlakte van de onroerende zaak omvatte en dat de appartementen een hogere waarde vertegenwoordigen dan de overige delen van het gebouw. De heffingsambtenaar hield echter vast aan zijn standpunt dat de onroerende zaak niet in hoofdzaak tot woning diende, en stelde dat slechts 42,49% van de oppervlakte als woondoeleinden kon worden aangemerkt.
Tijdens de mondelinge behandeling op 16 juni 2006 heeft het hof de argumenten van beide partijen gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de appartementen onzelfstandige eenheden zijn, waarbij de woonfunctie overheerst, maar dat de verkeersruimten en andere voorzieningen ook dienstbaar zijn aan de verzorging van de bewoners. Het hof concludeerde dat de waarde van de appartementen in de totale waarde van de onroerende zaak minder dan 70% bedraagt, waardoor de heffingsambtenaar de aanslag terecht als niet-woning had aangemerkt. Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten toegewezen, aangezien er geen kosten waren aangetoond. De uitspraak werd op 6 september 2006 aan beide partijen aangetekend verzonden.