ECLI:NL:GHLEE:2006:AY7610
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.M. van der Meer
- J. Huiskes
- H. Bakker
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslagen onroerende zaakbelastingen voor verzorgingstehuis
In deze zaak heeft het Gerechtshof te Leeuwarden op 1 september 2006 uitspraak gedaan in het beroep van Stichting X tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Delfzijl. De zaak betreft de vraag of een onroerende zaak, een verzorgingstehuis met appartementen, moet worden aangemerkt als woning of niet-woning voor de onroerende zaakbelastingen. De belanghebbende, Stichting X, stelde dat de onroerende zaak in hoofdzaak als woning moet worden aangemerkt, terwijl de heffingsambtenaar van mening was dat het een niet-woning betreft. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen die op 27 februari 2004 waren opgelegd, waarbij het belastingtarief voor niet-woningen was toegepast. Het bezwaar werd ongegrond verklaard door de heffingsambtenaar op 11 augustus 2004, waarna de belanghebbende in beroep ging.
Tijdens de mondelinge behandeling op 21 november 2005 en 16 juni 2006 werd het standpunt van beide partijen verder toegelicht. De belanghebbende voerde aan dat de appartementen in hoofdzaak woondoeleinden dienen en dat de oppervlakte van de appartementen en de bijbehorende ruimtes op een bepaalde manier moet worden berekend om het woningtarief toe te passen. De heffingsambtenaar hield vol dat de onroerende zaak niet in hoofdzaak tot woning dient en dat de bijbehorende ruimtes niet als woondoeleinden kunnen worden aangemerkt.
Het hof oordeelde dat de appartementen onzelfstandige eenheden zijn, waarbij de woonfunctie overheerst, maar dat de waarde van de appartementen in de totale waarde van de onroerende zaak minder dan 70 procent bedraagt. Hierdoor kon de onroerende zaak niet als woning worden aangemerkt voor de belastingtarieven. Het hof verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de heffingsambtenaar de aanslagen terecht had opgelegd.