2. Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat, als tussen partijen niet in geschil, dan wel door een van hen gesteld en door de wederpartij niet of niet voldoende weersproken, het volgende vast:
2.1 Belanghebbende, geboren op .. september 19.. en gehuwd, drijft in onder meer het onderhavige jaar, in de vorm van een eenmanszaak, een exploitatiebedrijf in onroerende zaken onder de naam "C". De doelstelling van het bedrijf is het beheren van onroerende zaken, beleggen- en deelnemen in onroerende zaken, bemiddelen bij aan- en verkoop van onroerende zaken en advisering, alles in de meest ruime betekenis van het woord.
2.2 Belanghebbende heeft in het jaar 1999 alle tot het vermogen van haar onderneming behorende onroerende zaken (hierna: de onroerende zaken) vervreemd. Met de behaalde boekwinst is op grond van artikel 14 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (hierna: de Wet), een vervangingsreserve gevormd. Deze vervangingsreserve staat per 1 januari 2000 voor
f 1.234.821 ,- en per 31 december 2000 voor f 978.808,- op de fiscale balans.
2.3 Met de uit de verkoop van de onroerende zaken door belanghebbende ontvangen liquide middelen is een effectenportefeuille (hierna: de effectenportefeuille) gekocht. De op de onroerende zaken rustende hypothecaire schulden zijn niet afgelost. De stand van die hypothecaire schulden bedroeg per 1 januari 2000 in totaal f 552.000,- en per 31 december 2000
f 528.000,- en deze schulden zijn op de fiscale balans gepassiveerd.
Het bedrag van de op de betreffende onroerende zaken rustende hypotheek is direct na de verkoop van de onroerende zaken door de bank gescheiden van de rest van de vrijgekomen liquide middelen door dit bedrag te boeken op een geblokkeerde rekening. De gelden op de geblokkeerde rekening kunnen niet worden gebruikt ter zake van effectentransacties en zijn ook nimmer als zodanig aangewend.
2.4 Behalve met de uit de verkoop van de onroerende zaken ontvangen gelden, is de effectenportefeuille ten dele opgebouwd met geld uit opgenomen effectenkredieten. De stand van de effectenkredieten per 1 januari 2000 bedroeg f 314.327,- en per 31 december 2000
f 112.367,-. De effectenkredieten heeft belanghebbende als passiefpost opgenomen op de fiscale balans.
2.5 Belanghebbende heeft de effectenportefeuille laten aankopen en beheren door haar echtgenoot in samenspraak met de bank. Ze heeft de effecten gekocht en daarmee gehandeld om rendement te behalen. Tegen het risico van koersdalingen heeft ze zich niet ingedekt. Ten behoeve van de aangekochte effectenportefeuille is gebruik gemaakt van een reeds bestaande effectenrekening, die op naam van haar echtgenoot stond (hierna: de effectenrekening).
2.6 In het jaar 2000 hebben er enkele honderden transacties met de effectenportefeuille (aan -en verkopen van pakketten aandelen) plaatsgevonden. Belanghebbende heeft (door deze transacties) met de effectenportefeuille in het jaar 2000 een verlies geleden van in totaal f 904.927,--.
2.7 Belanghebbende heeft de aangekochte effectenportefeuille tot haar ondernemingsvermogen gerekend en aldus het door haar op die effectenportefeuille in het onderhavige jaar geleden verlies ad f 904.927,-, alsmede de ter zake van de effectentransacties gemaakte bankkosten ad
f 21.748,-, in mindering gebracht op het resultaat van de onderneming over het onderhavige jaar.
2.8 De inspecteur is de mening toegedaan dat het hiervoor vermelde verlies en de genoemde bankkosten niet in mindering op het resultaat van het onderhavige jaar kunnen worden gebracht, omdat hij van opvatting is dat de effectenportefeuille tot het verplichte privé-vermogen gerekend dient te worden. Hij heeft het belastbare inkomen en het premie-inkomen bij de aanslagregeling dienovereenkomstig gecorrigeerd en deze correcties na bezwaar gehandhaafd. De continuering van de onderneming van belanghebbende en de op de fiscale balans opgenomen vervangingsreserve heeft de inspecteur nimmer ter discussie gesteld.
2.9 Belanghebbende en haar echtgenoot zijn gehuwd met uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen.
2.10 De boekwaarde van de effectenportefeuille bedroeg 1 januari 2000 f 1.305.160,- en 31 december 2000 f 86.496,-. De portefeuille bestond in overwegende mate uit aandelen in automatiseringsbedrijven en aandelen op het gebied van informatie- en communicatietechnologie.