2. De feiten.
Blijkens de gedingstukken en op grond van het verhandelde ter zitting staat als onbetwist, dan wel onvoldoende betwist, tussen partijen het volgende vast.
2.1 Belanghebbende is in gemeenschap van goederen gehuwd met mevrouw D. Hij oefende samen met zijn echtgenote sedert 1 januari 1996 in maatschapsverband een agrarische onderneming uit.
2.2 Nadat belanghebbende telefonisch met hem contact had opgenomen heeft de assistent-makelaar E -blijkens zijn brief van 8 juli 2002 (bijlage 15 bij het beroepschrift) en zijn brief van 16 oktober 2002 (bijlage 13 bij het verweerschrift)- op 13 november 1998 een bezoek gebracht aan belanghebbende. E heeft toen het bedrijf van belanghebbende bekeken en een indicatie van de vrije verkoopwaarde van het bedrijf genoemd alsmede de mogelijkheden van verkoop daarvan.
2.3 In januari 1999 heeft makelaardij F een advertentie geplaatst, waarin de onderneming van belanghebbende te koop werd aangeboden.
2.4 Uit een voorovereenkomst tot de oprichting van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid is af te leiden dat deze door belanghebbende en zijn echtgenote op 14 januari 1999 is gesloten (bijlage 1 bij het beroepschrift). Blijkens die voorovereenkomst zijn zij overeengekomen een besloten vennootschap onder de naam G B.V. (hierna ook: de B.V.) op te richten, die met ingang van 1 januari 1999 als volwaardig vennoot zal deelnemen in de tussen hen bestaande maatschap en dat bij de akte van oprichting belanghebbende zal worden benoemd tot bestuurder van de besloten vennootschap.
Onder punt 5 van die overeenkomst is het volgende vermeld: "In de periode vanaf 1 januari 1999 tot het moment van oprichting van de vennootschap komen de onder de doelomschrijving vallende activiteiten welke door de vennootschap in maatschapsverband met de ondergetekende sub 1 en de ondergetekende sub 2 worden verricht, mede voor rekening van de vennootschap zulks conform de voorwaarden en bepalingen zoals opgenomen in een separate akte van maatschap;".
2.5 Bij notariële akte van 16 april 1999 (bijlage 14 bij het verweerschrift) richtten belanghebbende en zijn echtgenote de B.V. op. Het maatschappelijke kapitaal bedraagt f 200.000,-, verdeeld in 200 aandelen van elk nominaal f 1.000,--, en het geplaatste kapitaal
f 40.000,-. Belanghebbende en zijn echtgenote nemen ieder voor de helft deel in dat geplaatste kaptaal, tegen volstorting in contanten.
2.6 Blijkens een niet-gedagtekende akte van maatschap zijn belanghebbende, zijn echtgenote en de B.V. een overeenkomst van maatschap (hierna: de maatschap) aangegaan (bijlage 2 bij het beroepschrift). Op bladzijde 1 van die akte is vermeld "dat de vennoot sub 3 is opgericht bij akte van oprichting d.d. 16 april 1999". Met vennoot sub 3 wordt aangeduid de B.V..
2.7 Belanghebbende heeft op 16 en 20 april 1999 gronden en opstallen verkocht aan de hierna nader te noemen kopers. Hij sloot op 16 april 1999 koopovereenkomsten met
a. H, inzake een perceel grond groot 2.76.70 ha;
b. I, inzake enkele percelen grond te zamen groot circa 4.00.00 ha;
c. J inzake aan de a-straat 3 te L gelegen opstallen -een boerderij met ligboxenstal, veestal, dubbele garage annex werkplaats en machineberging-, alsmede enkele daarbij behorende percelen grond tezamen groot circa 11.84.30 ha.
Voorts sloot belanghebbende op 20 april 1999 een overeenkomst met K B.V. O/G inzake een perceel grond groot 3.10.68 ha.
Deze koopovereenkomsten (bijlagen 8 bij het beroepschrift) zijn tot stand gekomen door tussenkomst en bemiddeling van Agrarische makelaardij L B.V..
2.8 Bij notariële akten van 17 mei 1999 -genummerd onderscheidenlijk 26.603, 26.601, 26.599, 26.597
(bijlagen 8 bij het beroepschrift), hebben belanghebbende en zijn echtgenote -als gezamenlijke verkopers- ingevolge de hiervoor onder punt 2.7 onder a tot en met c genoemde koopovereenkomsten de daarin genoemde onroerende zaken geleverd aan de desbetreffende kopers. De feitelijke bezitsverschaffing aan de kopers H, I en J -inzake de in de akte met nummer 26.597 genoemde onroerende en roerende goederen- vond plaats direct na ondertekening van de desbetreffende notariële akte. Blijkens akte met nummer 26.599 vond de feitelijke levering van de daarin vermelde, door J gekochte onroerende zaken plaats uiterlijk 15 juni 1999.
2.9 In de jaarrekening van de maatschap van 24 april 2001 (bijlage 11 bij het beroepschrift) staat vermeld: "In verband met verkoop van de gehele onderneming is de maatschap tussen M, D en G (N.B. hof: kennelijk de B.V.) per 31 mei 1999 ontbonden."
2.10 Blijkens een tussen belanghebbende en de B.V. gesloten overeenkomst van 4 juni 1999 bedingt belanghebbende een lijfrente tegen betaling van een eenmalige premie van f 366.822,-- (bijlage 5 bij het beroepschrift). De B.V. verplichtte zich onder meer met ingang van 16 april 1999 jaarlijks een bedrag van f 16.429,-- uit te keren aan belanghebbende. Die verplichting eindigt bij het overlijden van belanghebbende.
2.11 Belanghebbende bedingt voorts, eveneens bij een overeenkomst van 4 juni 1999, bij de B.V. een lijfrente tegen betaling van een eenmalige premie van in totaal een bedrag van f 85.373,-- (bijlage 6 bij het beroepschrift).
2.12 In artikel 1 van die overeenkomsten is vermeld dat belanghebbende die premie "heeft voldaan in de vorm van verrekening met de koopsom ter zake van de overdracht van een gedeelte van zijn onderneming aan de vennootschap.".
De B.V. rekent de verplichtingen tot het doen van uitkeringen uit de lijfrenteovereenkomsten tot het vermogen van haar in Nederland gedreven onderneming.
2.13 In de N van 18 november 1999 is een artikel (bijlage 15 bij het verweerschrift) verschenen betreffende de zoektocht van belanghebbende naar een geschikte boerderij in het buitenland. De reden dat belanghebbende zich ging oriënteren op het buitenland was gelegen in het feit dat de noodzaak aanwezig was hier te lande te verkopen. Hij had geen andere keus omdat zowel eind jaren negentig als in de toekomst belanghebbendes bedrijf te klein zou zijn om goed lonend te zijn. Voor een rendabele exploitatie was immers uitbreiding noodzakelijk. Daarbij speelde mede dat er in de nabije omgeving géén landbouwgrond te koop was dan wel veel te duur was. Voorts is in dat artikel onder meer vermeld dat die zoektocht twee jaar voor het verschijnen van dat artikel werd gestart in Frankrijk. Nadat van vestiging in Frankrijk was afgezien, kwam Canada in beeld. In verband met mogelijke vestiging in Canada werden een aantal voorlichtingsavonden bezocht. Enige ooms en tantes die al in Canada woonden hadden al enige boerderijen op het oog en al tickets voor belanghebbende en zijn gezin gereserveerd. Vervolgens vestigde een advertentie in een landbouwblad de aandacht van belanghebbende op Duitsland.
2.14 De zoektocht eindigde doordat belanghebbende in maart 1999 zijn huidige bedrijf in de Bondsrepubliek Duitsland kocht. Daarvoor hadden belanghebbende en zijn echtgenote het bedrijf in Duitsland reeds in februari en maart 1999 bezichtigd. Dit bedrijf werd per 1 juni 1999 daadwerkelijk opgestart. De ontbinding van de maatschap vond op 31 mei 1999 plaats in verband met de algehele verkoop van de in Nederland gedreven onderneming.
2.15 Belanghebbende heeft met zijn gezin Nederland op 11 juni 1999 metterwoon verlaten en zich gevestigd te Z, Bondsrepubliek Duitsland.
2.16 Belanghebbende, zijn echtgenote en de B.V. sloten op 18 januari 2001 een nieuwe overeenkomst van maatschap (bijlage 10 bij het beroepschrift). Deze heeft betrekking op het bedrijf in Duitsland.
2.17 In artikel 1 van deze overeenkomst staat vermeld: "De overeenkomst is gesloten op 1 maart 1999 en is aangegaan voor onbepaalde tijd."
2.18 Blijkens het door O opgemaakte financieel verslag van 24 april 2001 (bijlage 11 bij het beroepschrift) liep het boekjaar van de in Nederland door belanghebbende, zijn echtgenote en de B.V. in een maatschapsvorm uitgeoefende onderneming van 1 januari 1999 tot 31 mei 1999.
2.19 Op bladzijde 2 van dat verslag is onder meer het volgende vermeld: dat vanuit de oorspronkelijke maatschap tussen belanghebbende en zijn echtgenote door man/vrouw 95% van het vermogen is overgedragen aan de B.V ."
2.20 Belanghebbende vermelde in zijn aangifte voor de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over 1999 een onzuiver inkomen van f 515.045,--. Hij claimde aftrek van premies voor lijfrenten voor een bedrag van in totaal f 452.195,- en voerde tot een gelijk bedrag aan terugontvangen premies voor lijfrente op.
2.21 In het kader van het regelen van de onder 2.20 bedoelde aangifte zijn bij brief van de inspecteur van 16 augustus 2001 vragen gesteld aan O (bijlage 4 bij het verweerschrift).
2.22 Bij brief van 12 september 2001 heeft O een reactie gegeven op de hiervoor onder 2.21 genoemde vragenbrief. Bij die reactie waren als bijlagen gevoegd een afschrift van de overeenkomst van maatschap van 18 januari 2001 (bijlage 10 bij het beroepschrift) en een afschrift van de Notulen van de Algemene vergadering van Aandeelhouders van de B.V. van 4 juni 1999. (bijlage 4 bij het beroepschrift).
2.23 De aan belanghebbende opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting over 1999 is gedagtekend 11 december 2001. Die aanslag is als volgt berekend.
In de aangifte is vermeld:
Winst uit onderneming f 515.045,-
Onzuiver inkomen f 515.045,-
Terugontvangen premies voor lijfrente e.d. f 452.195,- +
f 967.240,-
Af:
Premies voor lijfrenten f 452.195,-
Premies voor particu-
liere verzekeringen f 1.055,-
f 453.250,-
f 513.990,-
Bij:
Overige inkomsten voor de periode dat
belanghebbende in het buitenland woonde f 142,- +
f 514.132,-
FOR f 18.564.- + Belastbaar inkomen f 532.696,--.
Bij de aanslagregeling is die aangifte gevolgd. Het belastbaar inkomen is vastgesteld op f 532.696,--.
2.24 Bij bezwaar wordt alsnog aftrek geclaimd van de totale premie van f 452.195,-- die, naar belanghebbende stelt, is voldaan voor bij de B.V. bedongen lijfrenten. In het beroepschrift is een en ander aldus cijfermatig uitgewerkt, dat het belastbaar inkomen volgens belanghebbende moet worden vastgesteld op f 532.696,- minus
f 452.195,- = f 80.501,-.
2.25 Bij uitspraak van 4 mei 2004 heeft de inspecteur het bezwaar ongegrond verklaard en de over 1999 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting gehandhaafd.