ECLI:NL:GHLEE:2005:AU1732
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terecht opgelegde naheffingsaanslag en boete motorrijtuigenbelasting aan belanghebbende
In deze zaak heeft het Gerechtshof te Leeuwarden op 26 augustus 2005 uitspraak gedaan in het beroep van belanghebbende X tegen de beslissing van de inspecteur van de Belastingdienst. De zaak betreft de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting (MRB) en een verzuimboete die aan belanghebbende zijn opgelegd. De naheffingsaanslag, gedateerd op 9 juli 2004, betrof een bedrag van € 264,-- voor het tijdvak van 7 maart 2004 tot en met 6 juni 2004, terwijl de verzuimboete € 113,-- bedroeg. De inspecteur handhaafde deze beslissingen na het indienen van een bezwaar door belanghebbende.
Belanghebbende stelde dat hij het voertuig in oktober 2002 had verkocht, maar dat de koper het kentekenbewijs niet had laten overschrijven. Hierdoor bleef hij geregistreerd als houder van het voertuig tot augustus 2004, wat leidde tot de naheffingsaanslag. Het hof oordeelde dat belanghebbende verantwoordelijk was voor de juiste registratie van het voertuig en dat hij de motorrijtuigenbelasting tijdig had moeten voldoen. De inspecteur had terecht de naheffingsaanslag opgelegd, aangezien belanghebbende zijn verplichtingen niet was nagekomen.
Wat betreft de verzuimboete oordeelde het hof dat deze ook terecht was opgelegd, gezien het aantal eerdere verzuimen van belanghebbende. De boete van € 113,-- werd als passend en geboden beschouwd. Het hof concludeerde dat het beroep van belanghebbende ongegrond was, en dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door mevrouw mr. G.M. van der Meer, in tegenwoordigheid van de griffier mr. H. de Jong.