ECLI:NL:GHLEE:2005:AU1506
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Streppel
- J. Makkinga
- M. Verschuur
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechter in geschil over advocaatshonorarium
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 24 augustus 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep over de bevoegdheid van de rechter in een geschil betreffende de declaratie van een advocaat. De appellanten, die in eerste aanleg gedaagden waren, hebben betoogd dat de rechtbank Assen zich onbevoegd had moeten verklaren. Het hof oordeelt dat de procedure zoals voorgeschreven in de Wet tarieven in burgerlijke zaken exclusief van toepassing is in gevallen waarin de hoogte van het door een advocaat aan een cliënt berekend honorarium wordt betwist. Dit betekent dat de 'gewone' rechter, waaronder de rechtbank Assen, niet bevoegd is om van de zaak kennis te nemen. Het hof vernietigt de vonnissen waarvan beroep en verklaart de gewone rechter onbevoegd om van de vordering van de geïntimeerde kennis te nemen. Tevens wordt de geïntimeerde, die in het ongelijk is gesteld, veroordeeld in de kosten van het geding in beide instanties. De kosten worden begroot op een totaalbedrag van Euro 2.263,20, bestaande uit verschotten en salaris voor de procureur. Het hof heeft de inhoud van een eerder tussenarrest van 23 februari 2005 overgenomen en na een comparitie van partijen de stukken opnieuw beoordeeld. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedure bij geschillen over advocaatshonoraria en de rol van de rechter hierin.