ECLI:NL:GHLEE:2005:AT6220
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- prof. mr. E. Aardema
- mr. F.J.W. Drion
- mr. J.W. Keuning
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van herstelkosten van een woning in het kader van de inkomstenbelasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, staat de aftrekbaarheid van herstelkosten van een woning centraal. De belanghebbende, die in 2000 een uitkering ontving van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds en daarnaast loon uit diverse dienstbetrekkingen, heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen die hem was opgelegd. De inspecteur handhaafde de aanslag, wat leidde tot een beroepsprocedure. De belanghebbende stelde dat de woning, die hij samen met zijn partner bezat, niet als eigen woning in de zin van de wet moest worden aangemerkt, omdat deze niet ter beschikking stond voor eigen gebruik. De inspecteur betwistte dit en stelde dat de woning in de onverdeelde boedel ter beschikking had gestaan aan de erfgenamen sinds 1994.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat de woning stormschade had opgelopen en dat er herstelwerkzaamheden nodig waren. De belanghebbende voerde aan dat de kosten van deze werkzaamheden aftrekbaar waren als onderhoudskosten. Het hof oordeelde dat de belanghebbende niet voldoende bewijs had geleverd dat de woning niet ter beschikking had gestaan aan hem of zijn partner. De lange periode van herstelwerkzaamheden en het ontbreken van concrete bewijzen voor een verhuurvoornemen werden als argumenten gebruikt om de stelling van de belanghebbende te weerleggen. Het hof concludeerde dat de woning als eigen woning moest worden aangemerkt en dat de opgevoerde herstelkosten niet aftrekbaar waren.
Uiteindelijk verklaarde het hof het beroep van de belanghebbende ongegrond, wat betekent dat de aanslag in stand bleef. De proceskosten werden niet toegewezen, aangezien het hof geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten. Deze uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in belastingzaken, vooral als het gaat om de kwalificatie van onroerend goed en de aftrekbaarheid van kosten.