ECLI:NL:GHLEE:2005:AS9319
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Waarde onroerende zaak vastgesteld door heffingsambtenaar in geschil
In deze zaak gaat het om de waarde van de onroerende zaak gelegen aan de a-kade 20 te Z, vastgesteld door de heffingsambtenaar. De heffingsambtenaar heeft de waarde bij beschikking op 4 november 2003 vastgesteld op € 326.721, maar deze waarde is bij de uitspraak op bezwaar van 29 juni 2004 verlaagd tot € 259.092. De belanghebbende, eigenaar van de onroerende zaak, heeft hiertegen beroep ingesteld bij het gerechtshof. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 januari 2005 was de belanghebbende niet aanwezig, maar de heffingsambtenaar werd vertegenwoordigd door gemachtigden.
Het hof heeft op 1 februari 2005 mondeling uitspraak gedaan, waarna op 3 maart 2005 een verzoek tot cassatie bij de Hoge Raad is ingediend. De belanghebbende betwist de hoogte van de vastgestelde waarde en stelt dat deze te hoog is, terwijl de heffingsambtenaar zijn waarde handhaaft. Het hof overweegt dat de waarde van de onroerende zaak moet worden bepaald op basis van de waarde die aan de onroerende zaak kan worden toegekend, indien deze in de staat waarin zij zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in gebruik kan worden genomen.
De heffingsambtenaar heeft de waarde onderbouwd met een taxatierapport, waarin de waarde is vastgesteld op € 259.092. De belanghebbende heeft een lagere waarde van € 224.000 voorgesteld, maar het hof oordeelt dat de heffingsambtenaar de waarde niet hoger heeft vastgesteld dan de waarde in het economische verkeer per waardepeildatum 1 januari 1999. Het hof concludeert dat het beroep ongegrond is, en er zijn geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. G.M. van der Meer, raadsheer, en de griffier M. Haarsma.