ECLI:NL:GHLEE:2005:AS3944
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Belastingrechtelijke geschil over aftrekbaarheid van kosten en buitengewone uitgaven
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, staat de aftrekbaarheid van kosten en buitengewone uitgaven in het kader van de inkomstenbelasting centraal. De belanghebbende, een directeur-grootaandeelhouder van een stamrecht B.V., heeft bezwaar gemaakt tegen een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PV) voor het jaar 2001, opgelegd door de Belastingdienst. De inspecteur had het verzamelinkomen van de belanghebbende vastgesteld op € 26.785,--, maar na bezwaar werd dit verlaagd naar € 23.642,--. De belanghebbende stelt dat hij recht heeft op aftrek van kosten die verband houden met een deel van zijn eigen woning dat voor zakelijke doeleinden wordt gebruikt, alsook op aftrek van kosten die zijn gemaakt in verband met zijn deelname aan een commanditaire vennootschap (CV).
Tijdens de zitting is naar voren gekomen dat de belanghebbende ook kosten heeft geclaimd voor kilometers die hij heeft gereden voor bezoeken aan zijn schoonmoeder. De inspecteur heeft echter betwist dat deze kosten volledig aftrekbaar zijn. Het hof heeft de argumenten van beide partijen gehoord en geconcludeerd dat de door de belanghebbende opgevoerde kosten niet aannemelijk zijn gemaakt. Het hof heeft vastgesteld dat de kosten voor de eigen woning niet voor aftrek in aanmerking komen, omdat deze niet zijn onttrokken aan het privé-vermogen.
Uiteindelijk heeft het hof het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard, de aanslag verminderd en het verzamelinkomen vastgesteld op € 21.414,--. Tevens is de inspecteur veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de belanghebbende, die op € 644,-- zijn vastgesteld. De uitspraak van de inspecteur is vernietigd, en het hof heeft de belanghebbende in het gelijk gesteld voor wat betreft de aftrekbaarheid van bepaalde kosten, maar niet voor alle geclaimde uitgaven.