ECLI:NL:GHLEE:2004:AQ6649
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vertrouwensbeginsel bij aftrek verbouwingskosten als studiekosten in de inkomstenbelasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 6 augustus 2004, staat de vraag centraal of de belanghebbende recht heeft op aftrek van verbouwingskosten als studiekosten in zijn aangifte inkomstenbelasting voor het jaar 2001. De belanghebbende had in de jaren 2000 en 2001 verbouwingskosten gemaakt voor zijn garage, die hij als studiekosten wilde aftrekken. De inspecteur had aanvankelijk de verbouwingskosten in aftrek toegestaan voor het jaar 2000, maar later, bij de aanslag voor het jaar 2001, werd deze aftrek niet meer toegestaan. De belanghebbende stelde dat hij in rechte te beschermen vertrouwen had dat hij de verbouwingskosten ook in 2001 kon aftrekken, gebaseerd op de eerdere communicatie met de inspecteur.
Het hof oordeelt dat de inspecteur door zijn eerdere standpunt en de bevestiging van de medewerker A, het vertrouwen van de belanghebbende heeft gewekt dat de verbouwingskosten als studiekosten in aftrek konden worden gebracht. Het hof concludeert dat de inspecteur niet tijdig en duidelijk genoeg heeft herroepen, waardoor het beroep van de belanghebbende op het vertrouwensbeginsel gegrond is. De uitspraak van de inspecteur wordt vernietigd en de aanslag wordt verlaagd. Tevens wordt de inspecteur veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan de belanghebbende.
Deze uitspraak benadrukt het belang van het vertrouwensbeginsel in het belastingrecht en de verplichting van de belastingdienst om consistent en tijdig te communiceren over fiscale standpunten.