ECLI:NL:GHLEE:2004:AP0411
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- E. Aardema
- G.M. van der Meer
- G.W.B. van Westen
- Rechtspraak.nl
Inkomstenbelasting en de toepassing van de invorderingsvrijstelling
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 27 mei 2004, staat de vraag centraal of de onderhavige aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 2000 terecht is opgelegd aan de belanghebbende. De belanghebbende ontving op 29 november 2002 een aanslag IB/PV, berekend naar een belastbaar inkomen van ƒ 7.182,-. Na bezwaar van de belanghebbende handhaafde de inspecteur de aanslag. De belanghebbende ging in beroep, waarbij hij stelde dat de aanslag niet kon worden opgelegd omdat de lijfrente onder de invorderingsvrijstelling zou vallen. Hij voerde aan dat de inspecteur onterecht de tariefgroep had toegepast en dat er sprake was van een ambtelijk verzuim bij de aanslagoplegging.
Tijdens de zitting op 4 maart 2004 werd de zaak behandeld, waarbij zowel de belanghebbende als de inspecteur hun standpunten naar voren brachten. De belanghebbende stelde dat de aanslag niet tijdig was opgelegd en dat er sprake was van détournement de pouvoir. De inspecteur verdedigde dat de aanslag terecht was opgelegd en dat de lijfrente niet onder de invorderingsvrijstelling viel. Het hof oordeelde dat de inspecteur de aanslag terecht had opgelegd, omdat het belastbaar inkomen van de belanghebbende lager was dan het bedrag aan onderworpen inkomsten. De brief van het ministerie van Financiën die door de belanghebbende werd ingeroepen, bood geen basis voor het in rechte te beschermen vertrouwen dat de invorderingsvrijstelling van toepassing was.
Het hof concludeerde dat de aanslag tijdig was opgelegd en dat er geen sprake was van ambtelijk verzuim. De argumenten van de belanghebbende werden verworpen, en het hof verklaarde het beroep ongegrond. De proceskosten werden niet toegewezen, aangezien het hof geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door de voorzitter in aanwezigheid van de griffier.