ECLI:NL:GHLEE:2004:AP0409
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- prof.mr. E. Aardema
- mr. G.M. van der Meer
- mr. G.W.B. van Westen
- Rechtspraak.nl
Navorderingsaanslag inkomstenbelasting 1998 en ambtelijk verzuim
In deze zaak gaat het om de navorderingsaanslag inkomstenbelasting voor het jaar 1998 die aan de belanghebbende is opgelegd. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de inspecteur handhaafde deze. De belanghebbende ging in beroep bij het gerechtshof, waarbij hij aanvoerde dat de navorderingsaanslag niet terecht was opgelegd vanwege een ambtelijk verzuim. Het hof heeft de zaak behandeld op 4 maart 2004, waarbij zowel de belanghebbende als de inspecteur aanwezig waren en pleitnota's overhandigden.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de belanghebbende ontving een lijfrente-uitkering en had geen aangifte gedaan voor het jaar 1998. De inspecteur had de navorderingsaanslag opgelegd omdat hij meende dat er een nieuw feit was dat rechtvaardigde dat de aanslag niet eerder was opgelegd. De belanghebbende betwistte dit en stelde dat de inspecteur al vóór de termijn voor het opleggen van de aanslag op de hoogte had kunnen zijn van de relevante feiten.
Het hof oordeelde dat de inspecteur inderdaad al eerder op de hoogte had kunnen zijn van de feiten die leidden tot de conclusie dat een aanslag opgelegd had moeten worden. De navorderingsaanslag werd daarom als onterecht beschouwd, en het hof verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond. De inspecteur werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten en het griffierecht aan de belanghebbende. De uitspraak van de inspecteur werd vernietigd, en de navorderingsaanslag werd ingetrokken.