ECLI:NL:GHLEE:2004:AP0066
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.M. van der Meer
- H.H.A. Fransen
- H. Bakker
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenvergoeding in belastingzaak
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 19 mei 2004, is in geschil of de door de belanghebbende opgevoerde kosten in aanmerking komen voor een proceskostenvergoeding. De belanghebbende heeft op 8 september 2003 een verzoek ingediend om vergoeding van proceskosten, waarbij hij verschillende kosten heeft opgevoerd, zoals het vervaardigen van kopieën, het kopen van een bloemetje voor degene die het beroepschrift heeft uitgetypt, en diverse reiskosten voor het inwinnen van advies. De inspecteur heeft dit verzoek op 11 september 2003 afgewezen, met verwijzing naar een eerdere brief waarin hij zijn motivering heeft gegeven.
Tijdens de mondelinge behandeling op 27 april 2004 was de inspecteur aanwezig, maar de belanghebbende was niet ter zitting verschenen. Het hof heeft de inhoud van alle ingediende stukken als hier ingevoegd beschouwd. Volgens artikel 1 van het Besluit proceskosten bestuursrecht kan een veroordeling in de kosten uitsluitend betrekking hebben op een limitatieve opsomming van kostenposten, waaronder kosten van beroepsmatige rechtsbijstand en reis- en verblijfkosten. Het hof concludeert dat de belanghebbende geen kosten heeft opgevoerd die onder deze opsomming vallen, waardoor er geen reden is om een kostenvergoeding toe te kennen.
Daarnaast heeft de belanghebbende verzocht om vergoeding van het betaalde griffierecht. Het hof overweegt dat een proceskostenveroordeling niet het griffierecht kan omvatten. Indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, dient de belanghebbende zich rechtstreeks tot de inspecteur te wenden voor vergoeding van het griffierecht. De uitspraak is vastgesteld door de raadsheren en openbaar uitgesproken in Leeuwarden, met een afschrift dat op 26 mei 2004 aan beide partijen is verzonden.