ECLI:NL:GHLEE:2004:AP0066

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
19 mei 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
BK 614/03 Inkomstenbelasting
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om proceskostenvergoeding in belastingzaak

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 19 mei 2004, is in geschil of de door de belanghebbende opgevoerde kosten in aanmerking komen voor een proceskostenvergoeding. De belanghebbende heeft op 8 september 2003 een verzoek ingediend om vergoeding van proceskosten, waarbij hij verschillende kosten heeft opgevoerd, zoals het vervaardigen van kopieën, het kopen van een bloemetje voor degene die het beroepschrift heeft uitgetypt, en diverse reiskosten voor het inwinnen van advies. De inspecteur heeft dit verzoek op 11 september 2003 afgewezen, met verwijzing naar een eerdere brief waarin hij zijn motivering heeft gegeven.

Tijdens de mondelinge behandeling op 27 april 2004 was de inspecteur aanwezig, maar de belanghebbende was niet ter zitting verschenen. Het hof heeft de inhoud van alle ingediende stukken als hier ingevoegd beschouwd. Volgens artikel 1 van het Besluit proceskosten bestuursrecht kan een veroordeling in de kosten uitsluitend betrekking hebben op een limitatieve opsomming van kostenposten, waaronder kosten van beroepsmatige rechtsbijstand en reis- en verblijfkosten. Het hof concludeert dat de belanghebbende geen kosten heeft opgevoerd die onder deze opsomming vallen, waardoor er geen reden is om een kostenvergoeding toe te kennen.

Daarnaast heeft de belanghebbende verzocht om vergoeding van het betaalde griffierecht. Het hof overweegt dat een proceskostenveroordeling niet het griffierecht kan omvatten. Indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, dient de belanghebbende zich rechtstreeks tot de inspecteur te wenden voor vergoeding van het griffierecht. De uitspraak is vastgesteld door de raadsheren en openbaar uitgesproken in Leeuwarden, met een afschrift dat op 26 mei 2004 aan beide partijen is verzonden.

Uitspraak

BELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRAAK
Nr. 614/03 19 mei 2004
Uitspraak van het gerechtshof te Leeuwarden, tweede meervoudige belastingkamer, op het verzoek van X (: verzoeker) te Z tot kostenveroordeling van de Staat der Nederlanden in de door hem gemaakte kosten in verband met de behandeling van het beroep bij het gerechtshof tegen de uitspraak op bezwaar gedaan op het bezwaarschrift tegen de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 2001, nr. 000.00.000.H16.
Verzoeker is in beroep gekomen tegen de bovenvermelde door de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/ Noord/kantoor Assen (: de inspecteur) gedane uitspraak.
Bij brief van 11 september 2003, ingekomen ter griffie op 12 september 2003, heeft de inspecteur de door verzoeker op 8 september 2003 ondertekende verklaring ingezonden waarin verzoeker verklaart dat het beroep wordt ingetrokken. Uit de brief d.d. 2 september 2003 van de inspecteur aan verzoeker, welke als bijlage bij voormelde brief van 11 september 2003 was gevoegd, blijkt dat de inspecteur alsnog gedeeltelijk tegemoet is gekomen aan verzoekers bezwaar op het onderdeel van de aftrekbare rente met betrekking tot de eigen woning.
Tegelijkertijd met de intrekkingsverklaring van 8 september 2003 heeft belanghebbende verzocht om vergoeding van proceskosten.
Verzoeker heeft in dat kader de volgende kosten opgevoerd:
- het vervaardigen van kopieën;
- het kopen van een bloemetje voor degene die het beroep-
schrift heeft moeten uittypen;
- het kopen van een speciale enveloppe ten behoeve van de
verzending van het beroepschrift;
- portokosten;
- tijdsbesteding bezoek Bureau voor Rechtshulp voor het
inwinnen van advies;
- verbruik van een schrijfblok en een balpen;
- bezoek huisarts/specialist wegens dieetkosten;
- diverse reiskosten ten behoeve van het inwinnen van advies
voor het opstellen van het beroepschrift.
De inspecteur heeft in voormelde brief van 11 september 2003 op dat verzoek afwijzend gereageerd. Voor zijn motivering heeft de inspecteur verwezen naar de brief die hij op dezelfde datum aan verzoeker heeft verzonden, waarvan een kopie als bijlage is bijgevoegd.
Bij de mondelinge behandeling van 27 april 2004, gehouden te Leeuwarden, is de inspecteur in persoon verschenen. Belanghebbende is -met kennisgeving hiervan- niet ter zitting verschenen.
Van alle genoemde stukken moet de inhoud als hier ingevoegd worden beschouwd.
Het hof overweegt als volgt.
Op grond van het bepaalde in artikel 1 van het Besluit proceskosten bestuursrecht (: het Besluit) kan een veroordeling in de kosten als bedoeld in artikel 8:75 Algemene wet bestuursrecht (: Awb) uitsluitend betrekking hebben op:
a. kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand,
b. kosten van een getuige, deskundige of tolk die door een partij of een belanghebbende is meegebracht of opgeroepen, dan wel van een deskundige die aan een partij verslag heeft uitgebracht,
c. reis- en verblijfkosten van een partij of een belanghebbende,
d. verletkosten van een partij of een belanghebbende,
e. kosten van uittreksels uit de openbare registers, telegrammen, internationale telexen/telefaxen en internationale telefoongesprekken, en
f. kosten van het als gemachtigde optreden van een arts in zaken waarin enig wettelijk voorschrift verplicht tot tussenkomst van een gemachtigde die arts is.
Dit artikel geeft een limitatieve opsomming van de kostenposten waarop een vergoeding voor kosten van een beroepsprocedure betrekking kan hebben. Er kan geen proceskostenveroordeling worden uitgesproken voor kosten die buiten die opsomming vallen.
Nu belanghebbende de procedure zelf heeft gevoerd en niet ter zitting aanwezig is geweest en overigens in zijn specificatie van de kosten geen kosten heeft opgevoerd die onder de limitatieve opsomming van artikel 1 van het Besluit vallen, bestaat er voor het hof geen reden een kostenvergoeding toe te kennen.
Voor zover belanghebbende tevens heeft verzocht om vergoeding van het betaalde griffierecht overweegt het hof dat een proceskostenveroordeling als bedoeld in art. 8:75a jo 8:75 Awb niet het griffierecht kan omvatten. Ingevolge art. 8:41 lid 4 van de Awb wordt, indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen, het door de indiener betaalde griffierecht aan hem vergoed door de desbetreffende rechtspersoon. Belanghebbende dient zich derhalve met het verzoek om vergoeding van het betaalde griffierecht rechtstreeks tot de inspecteur te wenden.
Aldus vastgesteld op 19 mei 2004 door mr. G.M. van der Meer, raadsheer en voorzitter, mr. H.H.A. Fransen, raadsheer, en mr. H. Bakker, raadsheer-plaatsvervanger, en op die dag in het openbaar uitgesproken te Leeuwarden door voornoemde voorzitter in tegenwoordigheid van de griffier mr. J. de Jong en ondertekend door voornoemde voorzitter en voornoemde griffier.
Afschrift aangetekend verzonden aan beide partijen op: 26 mei 2004