ECLI:NL:GHLEE:2003:AF9260

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
26 mei 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
BK 709/02 WOZ
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen waardevaststelling onroerende zaak in het kader van de WOZ

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 26 mei 2003 uitspraak gedaan in een beroep van belanghebbende, X, tegen de waardevaststelling van zijn onroerende zaak gelegen aan de a-straat 22 te L. De mondelinge behandeling vond plaats op 12 mei 2003, waarbij belanghebbende werd bijgestaan door zijn echtgenote. De directeur van de gemeente Groningen werd vertegenwoordigd door A, werkzaam bij B BV, en door C, een WOZ-taxateur, en D, een medewerker van de gemeente Groningen. Tijdens de zitting kwamen partijen tot overeenstemming over de waarde van de onroerende zaak per 1 januari 1999, vastgesteld op € 236.975,--. Het gerechtshof verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de eerdere uitspraak van de directeur, die de waarde had vastgesteld op € 261.179,--. De directeur had in zijn verweerschrift zelfs voorgesteld de waarde verder te verlagen tot € 238.951,--. Het hof oordeelde dat de directeur het door belanghebbende gestorte griffierecht van € 29,-- diende te vergoeden en veroordeelde de directeur in de proceskosten van belanghebbende, die op € 833,20 werden vastgesteld. De gemeente Groningen werd aangewezen als de rechtspersoon die deze kosten moest vergoeden. De uitspraak werd op 28 mei 2003 aangetekend verzonden aan beide partijen.

Uitspraak

ELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRAAK
Kenmerk: BK 709/02 26 mei 2003
Uitspraak van het gerechtshof te Leeuwarden, tweede meervoudige belastingkamer, op het beroep van X te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van 1 maart 2002 van de algemeen directeur van de Dienst Informatie van de gemeente Groningen (hierna: de directeur), gedaan op het bezwaarschrift van belanghebbende tegen de waardevaststelling van € 297.226,-- van de onroerende zaak gelegen aan de a-straat 22 te L op de WOZ-beschikking van 28 februari 2001 voor het tijdvak 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004, bij welke uitspraak de waarde is verminderd tot op € 261.179,--. In het verweerschrift heeft de directeur voorgesteld de waarde verder te verminderen tot het bedrag van € 238.951,--.
1. De mondelinge behandeling
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het gerechtshof van 12 mei 2003 te Leeuwarden. Aldaar zijn verschenen belanghebbende in persoon, bijgestaan door zijn echtgenote, terwijl de directeur zich heeft laten vertegenwoordigen door A, werkzaam bij B BV te M, en bijgestaan door C, als WOZ-taxateur in dienst van de gemeente Groningen, en D, medewerker van de gemeente Groningen.
2. De gronden voor de beslissing
Partijen zijn ter zitting tot overeenstemming gekomen in die zin dat de waarde per 1 januari 1999 van de onderhavige onroerende zaak nader wordt vastgesteld op € 236.975,--.
Bovenstaande brengt met zich dat het gerechtshof het beroep gegrond zal verklaren.
3. Proceskosten
Gelet op het vorenstaande en op het bepaalde in art. 8:74 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient de directeur het door belanghebbende gestorte griffierecht van € 29,- te vergoeden.
Het gerechtshof acht termen aanwezig, op grond van art. 8:75 lid 1 Awb de directeur in de proceskosten te veroordelen.
In onderling overleg hebben de partijen belanghebbendes verletkosten bepaald op 8 x € 100,--. De reiskosten berekent het gerechtshof overeenkomstig het Besluit proceskosten bestuursrecht op € 33,20, zijnde de kosten openbaar vervoer.
Het gerechtshof wijst de gemeente Groningen aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.
4. De beslissing
Het gerechtshof:
verklaart het beroep gegrond;
vernietigt de bestreden uitspraak en stelt de waarde van de onderhavige onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 1999 voor het tijdvak 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004 vast op € 236.975,--;
bepaalt dat de directeur aan belanghebbende het door deze gestorte griffierecht van € 29,-- vergoedt;
veroordeelt de directeur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 833,20, aan belanghebbende te vergoeden door de gemeente Groningen.
Aldus vastgesteld op 26 mei 2003 door mr. H.H.A. Fransen, raadsheer als voorzitter, mr. J. Huiskes en mr. G.M. van der Meer, beiden raadsheer, en op die dag in het openbaar uitgesproken door voornoemde voorzitter in tegenwoordigheid van de griffier mr. J. de Jong en ondertekend door voornoemde voorzitter en door voornoemde griffier.
Op 28 mei 2003 afschrift
aangetekend verzonden aan beide partijen.
De griffier van het gerechtshof
te Leeuwarden.