Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
beschikking ex artikel 199 lid 1 Rv van 16 april 2025
[appellante]
Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG),
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Den Haag, betreft het een beschikking in hoger beroep met zaaknummer 200.315.990/01. De appellante, wonende in Duitsland, heeft beroep ingesteld tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon Academisch Ziekenhuis Groningen, Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), en de onderlinge waarborgmaatschappij Onderlinge Waarborgmaatschappij Centramed B.A. De advocaat van de appellante is mr. D.C. Bitter, terwijl UMCG c.s. wordt bijgestaan door mr. M.J.J. de Ridder.
De zaak draait om de kosten van een deskundigenrapport dat is ingediend door Prof. dr. C.H.J. van Eijck, werkzaam bij het Erasmus MC. Dit rapport, samen met een factuur van € 2.685,16, is door het hof in behandeling genomen. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om te reageren op de factuur, maar hebben van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt, waardoor zij geacht worden akkoord te zijn met de kosten.
Het hof heeft vastgesteld dat het door de appellante gestorte voorschot van € 1.121,67 niet toereikend is voor de betaling van de factuur. Daarom is de appellante verzocht om het resterende bedrag van € 1.563,49 rechtstreeks aan de deskundige te voldoen. De uiteindelijke beslissing over de proceskosten zal te zijner tijd worden genomen. Deze beschikking is op 16 april 2025 openbaar uitgesproken door mr. J.E.H.M. Pinckaers, in aanwezigheid van de griffier.