ECLI:NL:GHDHA:2025:656

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
16 april 2025
Publicatiedatum
15 april 2025
Zaaknummer
200.315.990/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake deskundigenrapport en kosten in hoger beroep tussen appellante en UMCG c.s.

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Den Haag, betreft het een beschikking in hoger beroep met zaaknummer 200.315.990/01. De appellante, wonende in Duitsland, heeft beroep ingesteld tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon Academisch Ziekenhuis Groningen, Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), en de onderlinge waarborgmaatschappij Onderlinge Waarborgmaatschappij Centramed B.A. De advocaat van de appellante is mr. D.C. Bitter, terwijl UMCG c.s. wordt bijgestaan door mr. M.J.J. de Ridder.

De zaak draait om de kosten van een deskundigenrapport dat is ingediend door Prof. dr. C.H.J. van Eijck, werkzaam bij het Erasmus MC. Dit rapport, samen met een factuur van € 2.685,16, is door het hof in behandeling genomen. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om te reageren op de factuur, maar hebben van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt, waardoor zij geacht worden akkoord te zijn met de kosten.

Het hof heeft vastgesteld dat het door de appellante gestorte voorschot van € 1.121,67 niet toereikend is voor de betaling van de factuur. Daarom is de appellante verzocht om het resterende bedrag van € 1.563,49 rechtstreeks aan de deskundige te voldoen. De uiteindelijke beslissing over de proceskosten zal te zijner tijd worden genomen. Deze beschikking is op 16 april 2025 openbaar uitgesproken door mr. J.E.H.M. Pinckaers, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.315.990/01
Zaaknummer rechtbank : C/09/595027 / HA ZA 20/610

beschikking ex artikel 199 lid 1 Rv van 16 april 2025

in de zaak van

[appellante]

wonende te [woonplaats] (Duitsland),
appellante,
hierna te noemen: [appellante] ,
advocaat: mr. D.C. Bitter,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
Academisch Ziekenhuis Groningen, tevens h.o.d.n.
Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG),
gevestigd te Groningen,
en
de onderlinge waarborgmaatschappij
Onderlinge Waarborgmaatschappij Centramed B.A.
gevestigd te Den Haag,
geïntimeerden,
hierna gezamenlijk te noemen: UMCG c.s.,
advocaat: mr. M.J.J. de Ridder.
De door het hof bij arrest van 1 oktober 2024 benoemde deskundige, Prof. dr. C.H.J. van Eijck werkzaam bij het Erasmus MC, heeft zijn rapport en een factuur ingediend voor een bedrag van € 2.685,16.
Partijen zijn bij e-mail van 13 maart 2025 in de gelegenheid gesteld om uiterlijk op 19 maart 2025 te reageren op de factuur. Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt, zodat partijen geacht worden daarmee akkoord te zijn.
De kosten van de deskundige worden hierbij - conform zijn factuur – begroot op een bedrag van € 2.685,16 (inclusief btw).
Het door het hof (van [appellante] ) ontvangen voorschot voor de kosten van de deskundige bedraagt € 1.121,67. Aangezien het gestorte voorschotbedrag niet toereikend is voor betaling van de factuur, zal het hof overgaan tot betaling van het gestorte voorschotbedrag van € 1.121,67 en wordt [appellante] verzocht het verschil – een bedrag van € 1.563,49 rechtstreeks te voldoen aan de deskundige. Voor de betalingsgegevens wordt verwezen naar de factuur van de deskundige die aan deze beschikking brief is gehecht.
Bij de te zijner tijd te nemen proceskostenbeslissing zal worden bezien welke partij de kosten van de deskundigenbericht dient te dragen.
Deze beschikking is gegeven door mrs. E. Loesberg, F.W.J. Meijer en D.E. Valle Robles-Roomer en is ondertekend en op 16 april 2025 in het openbaar uitgesproken door mr. J.E.H.M. Pinckaers in aanwezigheid van de griffier.