In deze zaak heeft Stichting Vidomes, gevestigd in Delft, hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag. De kantonrechter had de vorderingen van Vidomes tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning afgewezen, omdat de huurachterstand te gering werd geacht. Vidomes had in eerste aanleg gevorderd om [geïntimeerde] te veroordelen tot betaling van een huurachterstand van € 1.291,80, ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de huurachterstand toegewezen, maar de vorderingen tot ontbinding en ontruiming afgewezen.
In hoger beroep heeft Vidomes aangevoerd dat de huurachterstand inmiddels is opgelopen tot meer dan drie maanden, en dat dit voldoende grond biedt voor ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. Het hof heeft vastgesteld dat de huurachterstand substantieel is en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die zich tegen ontbinding en ontruiming verzetten. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter gedeeltelijk vernietigd en de vorderingen tot ontbinding en ontruiming toegewezen. Tevens is [geïntimeerde] veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die zijn begroot op € 2.325,96.
De beslissing van het hof houdt in dat [geïntimeerde] de woning binnen veertien dagen na betekening van het arrest moet ontruimen, en dat de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad zijn. Het arrest is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier op 25 maart 2025.