Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Het geding
- het verzoekschrift van 1 mei 2024, waarmee [verzoeker] herroeping heeft verzocht van de bestreden beschikking, met producties 1-8
- het verweerschrift van EYAN, met producties 1-35
- de producties 9-15 van [verzoeker]
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 17 januari 2025.
3.Feiten
member of the boards) van EYA en/of EYAN om, kort gezegd, [de vennootschap] als partner te laten uittreden bij EYA en te laten toetreden bij EYAN(als
EYAN Partner), en ook [verzoeker] bij die toetreding partij te laten worden (als
EYAN Professional).
4.Verzoek en grondslagen
- bedrog over de exacte gang van zaken rond de afsplitsing van EYAN; en
- bedrog over de (arbeidsrechtelijke) aard van die afsplitsing.
5.Beoordeling
- toen [verzoeker] volmacht verleende – of: dacht volmacht te verlenen – aan [betrokkene 2] voor de overstap naar EYAN, was [betrokkene 2] nog geen bestuurder en had EYAN ook overigens geen bestuur;
- de volmacht kan dus niet geacht worden te zijn gegeven;
- daarom is de EYAN-overeenkomst, of althans het daarvan deel uitmakende arbitraal beding, niet rechtsgeldig (schriftelijk) tussen [verzoeker] en EYAN overeengekomen.
in de procedurevolgens hem dan heeft bestaan. Hij heeft ook niet aangeduid dat en hoe, het gestelde bedrog in de procedure weggedacht, in de hoofdzaak tot een andere uitkomst zou zijn gekomen. Ook heeft [verzoeker] niet toegelicht waaruit zijn ontdekking van het gestelde bedrog heeft bestaan, en dat hij deze ontdekking niet reeds in de hoofdzaak had kunnen en moeten doen (vlg. hiervoor, 5.1). Overigens heeft [verzoeker] tegenover de gemotiveerde betwisting van EYAN onvoldoende toegelicht dat en waarom geen sprake was van overgang van onderneming, dan wel wat er concreet mis was met de voorlichting van EYAN op dat vlak.
6.Beslissing
- wijst het verzoek tot herroeping af;
- veroordeelt [verzoeker] in de proceskosten van het geding, aan de zijde van EYAN begroot op € 3.228,- tot op heden, en op € 178,- aan nasalaris voor de advocaat, nog te verhogen met € 92,- indien niet binnen 14 dagen na aanschrijving in der minne aan de veroordeling in deze beschikking is voldaan en vervolgens betekening van deze beschikking heeft plaatsgevonden, en bepaalt dat deze bedragen binnen 14 dagen na de dag van de uitspraak dan wel, wat betreft het bedrag van € 92,-, na de datum van betekening, moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf het einde van de betreffende termijn van 14 dagen;
- verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders verzochte af.