Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
1.De zaak in het kort
2.2 Procesverloop in hoger beroep
- het beroepschrift ingekomen ter griffie op 27 februari 2024, waarmee [werknemer] in hoger beroep is gekomen van de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Leiden, (hierna de kantonrechter) van 30 november 2023 (hierna de beschikking of de bestreden beschikking);
- het verweerschrift ingekomen ter griffie op 27 september 2024.
3.Feitelijke achtergrond
(…) [Manager Collecties] stuurt mij nu een aantal zaken door die ze af wil hebben.
(…) Je hebt gelijk, ik zou graag weten waar je mee bezig bent en of het je lukt twee dingen te combineren en zelf een indeling te maken van je werkzaamheden. (…). Wat zou je denken van een wekelijks informeel overleg, om even in te checken, iedere dinsdag bijvoorbeeld?”
(…) Ik ben nu toch wat verbaasd.
Dit betreft een privé connectie uit mijn persoonlijke netwerk, waar jullie dus geen aanspraak op kunnen maken. Jullie hebben destijds gekozen voor het netwerk van [SAR] , het is aan haar om hier een geschikte partij voor te vinden en de veiligheid van het atelier te waarborgen.”
[werknemer] , wat een vervelende reactie: als jij weet hoe dit op te lossen is dan lijkt het me niet meer dan logisch dat je dat dan ook doet.
Met [Manager Collecties] is overlegd dat we iedere week even gaan zitten en dan een kort verslag opstellen.
Dit is niet geheel op deze wijze afgesproken.
(…) Ik weet niet goed waar mijn mail je nou raakt maar het lijkt net alsof je me ter verantwoording roept. Ik ben geen verantwoording aan jou schuldig. Als je behoefte hebt aan weten welke steuntjes ik maak, dat staat op de lijst die ik gemaakt heb. En ik vind het prima om je vaker te vertellen waar ik ben maar deze toon waardeer ik niet. Overigens zal ik jou dan ook vaker vragen waar jij bent, ik denk persoonlijk niet dat de sfeer daar beter op wordt.
[Manager Collecties] geeft aan dat ze [werknemer] voor dit gesprek heeft uitgenodigd omdat ze vindt dat er zaken niet lekker lopen binnen de afdeling restauratie. Dit komt mede door de manier waarop [werknemer] zich opstelt. [Manager Collecties] geeft als voorbeeld de negatieve uitlatingen van [werknemer] over de benoeming van [SAR] als senior adviseur restauratie. [Manager Collecties] geeft ook als voorbeeld dat zij vaak de communicatie moet overnemen van [SAR] omdat [werknemer] de instructies van [SAR] niet opvolgt. Daarnaast wordt het strikt vasthouden aan werktijden, het niet opnemen van de telefoon en slechte communicatie voor de voortgang van zijn werk door [werknemer] als frustrerend ervaren door [Manager Collecties] en het team (…) Ook geeft [Manager Collecties] als voorbeeld het ophalen van een bruikleen bij de sterrenwacht, waarbij [SAR] je meerdere keren die ochtend vraagt te komen helpen, en je aankomt op een moment dat het niet meer nodig is.
Mijn moeite van het moment zit nadrukkelijk niet in de inhoud van mijn werk maar in de manier waarop de structuur van de afdeling vorm krijgt.”
De uiteindelijke verdeling van taken en verantwoordelijkheden is een beslissing van mij en we verwachten van jou dat je je daaraan conformeert.”
Echter verwachten wij daarbij wel dat je de bedrijfsvoering accepteert binnen RMB. Dit ondermijnen zal door ons niet worden geaccepteerd en kan gevolgen hebben voor jouw arbeidsverhouding.”
[werknemer] , dit klinkt toch wel als heel ingewikkeld doen voor een vrij eenvoudige opdracht. Natuurlijk moet je voldoende informatie hebben, die heb je volgens mij nu gekregen, je weet de maten van de vitrine en het kistje, je weet hoe het opengeslagen moet komen te staan en je weet dat het voor een extern bruikleen is voor een beperkte tijd dus dat er geen enorme kosten voor gemaakt moeten worden.
Je gaf aan dat je een gebrek aan informatie hebt, ik stel voor dat je dan [conservator] [conservator – hof] belt. Ik verwacht maandag a.s. een steun te vinden.”
Zoals ik je reeds meermaals heb aangegeven mist in jouw opdracht concrete, maar essentiële informatie om deze adequaat uit te kunnen voeren. De opgegeven mount heb ik hierdoor niet kunnen maken. (…)
De situatie die is ontstaan rondom het bruikleen is voor ons allen erg lastig. Ik denk dat het van belang is dat we hierover in gesprek blijven met elkaar (…)
Op 5 oktober jl. hebben wij een gesprek met elkaar gehad waarin wij aan hebben gegeven dat jouw houding op de werkvloer een negatieve impact heeft op het werk en op jouw collega’s. We hebben benadrukt dat wij een positieve en constructieve houding van jou verwachten. (…) Aangegeven is dat je je hebt te houden aan de opdrachten die worden gegeven. Daarbij hebben wij ook benadrukt dat wij als werkgever hierin leidend zijn en wij van jou verwachten dat je de bedrijfsvoering binnen Rijksmuseum Boerhaave accepteert. Je hebt in dat gesprek aangegeven dat je je daarvoor wilt inzetten.
Wij achten de gang van zaken zeer ernstig. Er is sprake van werkweigering en het bewust niet volgen van procedures. (…) Doordat je uitdrukkelijk instructies die passen bij jouw kennis, kunde en ervaring niet wenst op te volgen is er sprake van werkweigering. Alhoewel je op 7 november 2022 nog hebt aangegeven je te zullen voegen naar de structuur van de afdeling en dus ook je leidinggevende zult accepteren, is het al zeer snel daarna weer volledig ontspoord met een werkweigering en ongeoorloofde afwezigheid tot gevolg (…)”
Er staan nog voorwerpen van de proefopstelling in de werkplaats. (…) Zou jij ze naar het vlinderdepot over willen brengen alsjeblieft?”
Om welke objecten gaat dit? Heb je een lijstje, waar moet ik ze terugzetten?”
Het gaat om de objecten in de grijze kisten meteen bij de ingang, en ze moeten naar het vlinderdepot, dat staat er toch?”
Om bijvoorbeeld te voorkomen dat objecten zoek raken stel ik de vraagwaarik het in het Vlindermagazijn moet neerzetten. Ik moet daarin toch echt weten of er een afgesproken plek is, zodat iedereen van de collectie-afdeling het terug kan vinden. Als dat niet zo is, prima, maar dan hoor ik dat ook graag.”
Er is geen afgesproken plek, de objecten moeten alleen even veiliggesteld worden voor het weekeinde, zet ze neer op een goed zichtbare plaats, hang er een briefje op en stel [naam 6] even op de hoogte.”
Hier vallen mij een aantal zaken op.
, ik snap hier niks van, je hebt me hier vanmorgen nog over gebeld, toen hebben we besproken wat er moest gebeuren (…). Ik begrijp werkelijk niet wat daar onduidelijk of ingewikkeld aan is.”