ECLI:NL:GHDHA:2025:322
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over naheffingsaanslag parkeerbelasting en de betekenis van maximale aanmeldduur versus maximale parkeerduur
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd door de gemeente Den Haag. De belanghebbende had op 30 januari 2023 zijn auto geparkeerd aan de [straat] te [woonplaats], waar betaald parkeren gold voor een maximale aanmeldduur van 120 minuten. Na het verstrijken van deze periode had de belanghebbende zich opnieuw moeten aanmelden om parkeerbelasting te voldoen. De Heffingsambtenaar legde een naheffingsaanslag op van € 75,40, bestaande uit € 2,50 aan parkeerbelasting en € 72,90 aan kosten. De Rechtbank Den Haag verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond, waarna de belanghebbende in hoger beroep ging.
Het Gerechtshof Den Haag oordeelde dat de term 'maximale aanmeldduur' niet hetzelfde is als 'maximale parkeerduur'. De belanghebbende had na 120 minuten opnieuw moeten aanmelden om zijn parkeerrecht te behouden. Het Hof bevestigde dat de lokale regelgeving dit vereiste en dat de belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat hij niet op de hoogte was van deze verplichting. Het Hof concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd en dat het hoger beroep ongegrond was. De uitspraak van de Rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht toegekend.