Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[appellant 1] ,
[appellant 2],
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2] Holding B.V.,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 17 augustus 2023, waarmee [appellant 1] c.s. in hoger beroep zijn gekomen van het vonnis van de rechtbank Den Haag van 17 mei 2023;
- de memorie van grieven van [appellant 1] c.s., met bijlage;
- de memorie van antwoord van SVE c.s.
3.Feiten
) (…).”.
Jullie bepalen als koper de notaris.
Transport is op 1 april.
Bij lenen met betrekking tot Boogaard vindt ook plaats op 1 april. (Huidige waarde ca. € 10.000.000,-) Leenbedrag ca € 3.750.000,-
Voor zowel de Kievit, als voor Boogaard, krijgen we 1e hypotheek.
Het zou jullie kunnen deren, wanneer iemand gaat spreken over dat de Kievit door mij verkocht is.”
“finale afspraken en doorpakken Wassenaar / Rijswijk”het voor zover hier van belang het volgende aan [appellant 1] geschreven:
maakt en stuurt nog de koopovereenkomst voor Auberge de Kieviet met mogelijke demarcatie 6,25 mln kk onroerende en 500k roerende zaken. Het eventuele OVB voordeel (bedrag aan roerende zaken waarover geen OVB over wordt betaald) wordt gedeeld.
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
“finale afspraken en doorpakken Wassenaar/ Rijswijk”beschrijft [betrokkene 2] namens SVE dat er omwille van de transactie op 1 april 2022 twee overeenkomsten zullen worden opgemaakt. Eén betreffende de koopovereenkomst voor de aankoop van De Kieviet en één betreffende de financiering. Vervolgens geeft hij aan dat er separaat nog is gesproken over de (partiële) financiering van Groot Stokkert in Wapenveld en sluit hij af dat nu eerst vol gas moet worden gegeven op de afronding van de Wassenaar/Rijswijk deal.
Verkoper verstrekt een financiering aan koper van tien miljoen vijfhonderdduizend euro (€ 10.500.000,00) onder de volgende voorwaarden:”.Dat deze bepaling bewust is opgenomen, blijkt ook uit de begeleidende e-mail van de notaris Soons aan SVE (weergegeven onder 3.8). [appellant 1] c.s. hebben op dat moment geen bezwaar gemaakt tegen de koppeling van de transacties of laten weten dat sprake was van twee losse, afzonderlijke transacties.
GWL lasten tussen 1 april jl (…) en transport datum”) en het andere zag op de geldleningsovereenkomst (“
ivm missen 3% rente inkomsten vanaf 1 april”). Aan de beoogde geldlening voor Bogaard was immers een rentepercentage van 3% gekoppeld.
Indien akkoord, verzoek ik beide partijen om de koopovereenkomst te tekenen” niet af dat daaruit volgt dat er reeds overeenstemming was over de koopovereenkomst, terwijl er nog geen overeenstemming was over de lening en dat er dus geen sprake was van onlosmakelijke verbondenheid. Niet alleen staat in de e-mail van de notaris dat partijen tot ondertekening moeten overgaan “indien akkoord”, bovendien wordt in dezelfde e-mail (weer) verwezen naar de totstandkoming van de leningsovereenkomst. Partijen dienden te bevestigen er een financiering van 10 miljoen wordt verstrekt met Bogaard, Rijswijk en huurpenningen als onderpand. Bovendien kan uit dit verzoek van de notaris om “indien akkoord” tot ondertekening over te gaan, niet worden afgeleid dat SVE heeft moeten begrijpen dat daarmee een volmaakte koopovereenkomst tot stand zou zijn gekomen met betrekking tot het pand De Kieviet. SVE heeft gemotiveerd aangevoerd dat zelfs als wel door partijen zou zijn getekend op 8 april 2022 dit niet in de weg staat aan een gecombineerde overeenkomst, waarbij deze overeenkomst past tot stand zou komen wanneer alle contracten en akten zijn ondertekend. [appellant 1] c.s. hebben op hun beurt nagelaten het standpunt nader te onderbouwen.
“Als onlosmakelijk onderdeel van deze overeenkomst verbindt verkoper zich om een financiering aan koper te verstrekken met de volgende kenmerken:”in de koopovereenkomst, bij e-mail van 10 mei 2022 voor het eerst heeft aangegeven dat de verkoop en de (hypothecaire) geldlening los staan van elkaar, zoals door partijen kennelijk op 9 mei 2022 uitvoerig besproken, maakt dit niet anders. Het hof sluit hier aan bij het oordeel van de rechtbank dat het opstellen van twee conceptaktes niet afdoet aan de bedoeling van partijen om een gecombineerde overeenkomst te sluiten, althans aan de bedoeling van SVE die [appellant 1] c.s. redelijkerwijs zo had moeten begrijpen. Dat naar aanleiding van de e-mail van mr. Hagemans, de voorwaarden van beide transacties in separate documenten zijn vastgelegd en in de betreffende akten niet (langer) wordt verwezen naar de andere akte, doet niet af aan de door partijen beoogde onderlinge samenhang tussen die overeenkomsten die is gebleken uit de communicatie over en weer van januari tot en met april 2022.
€ 178,00(plus de verhoging zoals in de beslissing vermeld)
7.Beslissing
- veroordeelt [appellant 1] c.s. (hoofdelijk) in de kosten van het hoger beroep aan de zijde van SVE vastgesteld op € 14.723,00, te betalen binnen veertien dagen na de datum van dit arrest en, als [appellant 1] c.s. niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het arrest daarna wordt betekend, te vermeerderen met € 92,00 en de kosten van betekening;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.