Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
- “Eur 20.055,- (bed)”
- “Eur 229.170,-(kluis)”
- “Eur 50.000,- (vuilniszak)”
€ 229.170,- en tot vrijspraak van het witwassen van de overige twee bedragen. De verdediging heeft algehele vrijspraak bepleit, omdat geen van de geldbedragen uit misdrijf afkomstig zou zijn.
€ 229.170,- aan contant geld aangetroffen. De verdachte heeft verklaard dat dit geldbedrag aan haar toebehoort.
- dat de verdachte, die heeft verklaard dat het geld in de kluis haar geld is, ten tijde van de doorzoeking in de Ziektewet zat en uit dien hoofde naar haar eigen zeggen een uitkering genoot van ongeveer € 1.200,- per maand, dat zij en [medeverdachte] met hun vier minderjarige kinderen konden rondkomen van die uitkering en dat [medeverdachte] geen bankrekening had;
- dat [medeverdachte] heeft verklaard dat hij huisvader is en dat hij “geen idee” heeft waarvan ze als gezin per maand moeten rondkomen;
- dat het om een omvangrijk geldbedrag in contanten gaat;
- dat het geldbedrag is samengesteld uit onder meer de volgende bankbiljetten: 112 x € 500,-, 448 x € 200,- en 457 x € 100,-;
- dat de verdachte, toen zij op 22 september 2020 bij haar woning aankwam en kennis kreeg van de doorzoeking daarvan, naar de kluis in [plaats] is gereden om daar, zoals zij aan de balie heeft medegedeeld, geld op te halen voor een vakantie;
- dat de doorzoeking plaatsvond in het kader van een verdenking van betrokkenheid van [medeverdachte] bij het plegen van voorbereidingshandelingen in het kader van art. 10a van de Opiumwet.
De verdachte heeft ten overstaan van de politie over de herkomst van het geldbedrag verklaard dat het gehele geldbedrag dat is aangetroffen in de kluis, door haar is gespaard ten behoeve van de toekomst van haar kinderen. Zij heeft daartoe naar eigen zeggen over een periode van 2004 tot en met 2020 een zeer bescheiden en spaarzaam leven met haar gezin geleid en steeds geldbedragen opgenomen van haar bankrekeningen en in de kluis bewaard. Ter onderbouwing van dit standpunt heeft zij een overzicht van contante opnames van haar bankrekeningen opgesteld en aan de politie ter hand gesteld. Voorts heeft zij verklaard dat zij reeds vóór 2004 – de aanvang van het financieel onderzoek - al over spaargeld beschikte.
Naar aanleiding van deze verklaring is door de opsporingsautoriteiten uitgebreid onderzoek gedaan. De resultaten daarvan zijn neergelegd in het proces-verbaal ‘Ravigotte’. In het kader van het onderzoek zijn de financiën van de verdachte in kaart gebracht: onder meer is gebleken dat de verdachte bankierde bij de Rabobank en (in mindere mate) bij de ING bank en zijn er bankafschriften gevorderd van de door de verdachte meest gebruikte bankrekening, een rekening bij de Rabobank. Deze afschriften konden, in verband met de wettelijke bewaartermijnen, maar beperkt worden geleverd. Vervolgens heeft de verdachte, naast eerdergenoemd overzicht, zelf aanvullende bankafschriften ten behoeve van het onderzoek ingebracht. Op basis van al de financiële stukken is in onderzoek ‘Ravigotte’ inzicht verkregen in de contante opnames – bestaande uit ‘gepind’ geld en bij de bank besteld geld – tussen 2004 en 2020, met dien verstande dat inzicht in de bankrekening bij de Rabobank over het jaar 2011 ontbreekt, evenals een enkel bankafschrift uit andere jaren in die periode.
€ 250.000,- heeft opgenomen van haar bankrekeningen. Het hof stelt voorts vast dat het aangetroffen bedrag in de kluis het mindere betreft, te weten een bedrag van
€ 229.170,-, en daarmee niet uitgesloten is dat de herkomst van laatstgenoemd bedrag is gelegen in de contante opnames van de bankrekeningen van de verdachte. Voorts blijkt uit het onderzoek dat de verdachte sinds 2005 een kluis heeft gehuurd, eerst bij banken en later bij “[bedrijf]” in [plaats], hetgeen strookt met de verklaring van de verdachte dat zij al jaren geld bewaarde in een kluis. Daarbij komt dat het bedrag dat op 22 september 2020 in de kluis is aangetroffen, bestaat uit meerdere ‘pakketjes’ met daarin verschillende coupures, in enveloppen/portemonneetjes, die elk optellen tot verschillende totaalbedragen, hetgeen past bij de verklaring van de verdachte dat zij door de jaren heen uiteenlopende geldbedragen heeft opgenomen en gespaard. In dit verband heeft het hof er ook nota van genomen dat zich in de kluis documentatie bevindt, te weten in totaal tien pinbonnen (uit 2005 en de periode 2015-2017, waarvan acht bij de Rabobank en twee bij de ING bank) en twee “ontvangstbevestigingen” van geldbestellingen bij de Rabobank (2014). Voorts komen de op de die pinbonnen genoemde bedragen overeen met de volgens de rekeningafschriften contant opgenomen bedragen. Dat geldt ook voor de bedragen die op de ontvangstbevestiging van de geldbestellingen zijn vermeld, inclusief de daarin genoemde coupures, welke zo gebundeld in de kluis zijn aangetroffen. Ten slotte heeft het hof acht geslagen op het feit dat [medeverdachte] over het geldbedrag in de kluis van meet af aan bij de politie heeft verklaard overeenkomstig de verklaring van de verdachte, te weten dat het geld in de kluis niet van hem maar van de verdachte is en dat zij dat heeft gespaard ten behoeve van de kinderen.
Bovenstaande bevindingen bieden naar ‘s hof oordeel steun aan de verklaring van de verdachte dat het geld in de kluis afkomstig is van contante geldopnames van haar bankrekeningen.
in de kluisvan enig misdrijf afkomstig zijn, en het onderzoek ‘Ravigotte’ is ook niet op andere dan in de tenlastelegging genoemde bedragen gericht geweest.
de van de bankrekeningen contant opgenomen geldbedragen(deels) een criminele herkomst zouden hebben en dat het geldbedrag uit de kluis om díe reden (deels) uit misdrijf afkomstig is – de bankrekeningen zouden, zo begrijpt het hof, naast legale inkomsten, ook met uit misdrijf afkomstig geld zijn gevoed -, vindt die stelling naar het oordeel van het hof geen steun in de stukken. De bronvermelding zoals die in de rekeningafschriften onder de ‘bijstortingen’ is terug te vinden, wijst niet in die richting. Dat wat wordt bijgeschreven, bestaat met name uit maandelijks salaris of uitkering, toeslagen als huurtoeslag en kinderbijslag, belastinggeld en verzekeringsuitkeringen. Van onverklaarbare contante stortingen of ‘dubieuze bronnen’ is het hof uit die afschriften niet gebleken.
€ 229.170,- dat op 22 september 2020 is aangetroffen in de op naam van de verdachte gestelde kluis, van enig (eigen) misdrijf afkomstig is.