Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[appellant],2. [appellante],beiden wonende te [woonplaats],appellanten,bij de kantonrechter: gedaagde partij,advocaat: mr. J. van Boekel, kantoorhoudend in Tilburg,
bij de kantonrechter: eisende partij,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 20 mei 2023, waarmee [appellant] c.s. in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Gouda, van 23 februari 2023;
- het arrest van dit hof van 4 juli 2023, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 27 september 2023;
- de memorie van grieven van [appellant] c.s., met bijlagen;
- de memorie van antwoord van VMO Techniek, met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
€ 20.225,42 (inclusief btw). In de offerte staat dat van dit bedrag 60% vooruitbetaald wordt, 30% betaald wordt na het afronden van leidingwerk en 10% betaald wordt na het afronden van de afmontage. Nadien heeft VMO Techniek een nacalculatie gemaakt van de uit te voeren werkzaamheden.
- 2022-0054 20-6-2022 - € 3.000,00 -
- 2022-0059 27-6-2022 € 9.641,45 € 4.927,73
- 2022-0066 20-7-2022 € 8.380,57 € 8.380,57
4.Procedure bij de kantonrechter
5.Procedure in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Contractspartij VMO Techniek: [appellant] en [appellante]
Daarentegen zijn op uitdrukkelijk verzoek van [appellant] c.s. de facturen op naam gesteld van [appellante]. De eerste factuur met factuurnummer 2022-0046 van 30 mei 2022, een dag na de offerte van 29 mei 2022, is gericht aan [appellante], zoals volgt uit de aanhef, waarin staat: ‘[appellante]’. De creditfactuur en de factuur met factuurnummer 2022-0066 zijn vervolgens ook op naam van [appellante] gesteld. De factuur met factuurnummer 2022-0059 is op verzoek van [appellante] gericht aan haar bedrijf. Verder heeft [appellante] een aantal betalingen aan VMO Techniek gedaan. Ook behoorde de woning waarin de werkzaamheden werden verricht, naar bij VMO Techniek bekend was, in eigendom toe aan [appellante]. Daarnaast heeft VMO Techniek gesteld, wat door [appellant] c.s. onvoldoende gemotiveerd is weersproken, dat [appellante] VMO Techniek heeft toegelaten tot de woning en ook haar wensen aan VMO Techniek heeft doorgegeven. Gelet op deze omstandigheden heeft VMO Techniek erop mogen vertrouwen dat zij niet alleen met [appellant] maar ook met [appellante] een overeenkomst heeft gesloten. [appellante] is om die reden contractspartij.
‘(…) wat betekend dit dat we echt even moeten wachten met de factuur uiterlijk een paar dagen is heel vervelend dat weet ik maar is echt even onmacht maar 100duizend procent wordt t nieuwe week betaald en 100 duizend maal m’n excuses maar wordt dan echt geregeld (…)’. Op 20 juli 2022 heeft [eigenaar VMO] aan [appellant] de factuur met factuurnummer 2022-0066 gestuurd. Op diezelfde dag bericht [eigenaar VMO] aan [appellant] om 16:28 uur:
‘Dan voor vrijdag voor je de 6927,73 Plus de 30% 6285,43. (…) Graag echt vrijdag anders ken ik ni op vakantie’. Daarop reageert [appellant] diezelfde avond:
‘Top yes’. Deze door [eigenaar VMO] genoemde bedragen komen overeen met het openstaande bedrag op de factuur met factuurnummer 2022-0059 (na de betaling van
€ 2.713,72 op 30 juni 2022) onderscheidenlijk de post ‘afronding leidingwerk 30%’) op de factuur met nummer 2022-0066. Op 22 juli 2022 vraagt [eigenaar VMO] wederom aan [appellant] hoe het met de betaling van de facturen staat. [appellant] appt dan onder meer aan [eigenaar VMO] dat hij niets kan betalen op dat moment en stuurt ook (20.26 uur):
‘(…) maat is jouw probleem niet ik weet ik ben je echt een hoop verschuldig maar ik zit met m’n handen in m’n haar geloof me en ben echt m’n best aan het doen (…)(20.28 uur)
En ik alles aan alles ben aan t doen om zsm het te regelen’. [appellant] stuurt ook nog (20.37 uur):
‘[eigenaar VMO] je krijgt echt je geld sorry man het spijt me echt’,waarop [eigenaar VMO] reageert met: ‘
Als je van de 13 wel 4 ken regelen ken ik op vakantie’. Daarop reageert [appellant]:
‘Ja dat moet lukken (…) Dat lukt’.Vervolgens blijkt dat [appellant] geld kan lenen bij familie, waarna hij om gegevens van VMO Techniek vraagt. [eigenaar VMO] appt hem dan onder meer het factuurnummer 2022-0059. In de periode van 25 juli 2022 tot en met 29 augustus wordt onder meer geappt over het betalen van een aantal keer € 1.000,-.
€ 14.000,- de werkzaamheden zou uitvoeren en [appellant] merkt ook niet op dat de gefactureerde bedragen te hoog zouden zijn of dat de kwaliteit van het werk niet goed zou zijn. Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep is door het hof meermaals aan [appellant] c.s. gevraagd waarom [appellant] c.s. na het ontvangen van de facturen niet aan VMO Techniek heeft aangegeven dat de openstaande facturen te hoog waren gelet op de gemaakte afspraak van € 14.000,- en het bedrag dat [appellant] c.s. op dat moment al betaald had. Dit heeft [appellant] c.s. niet kunnen uitleggen. Ook na de ontvangst van de sommatiebrief van 24 oktober 2022 wordt dit bedrag in de reactie van [appellant] c.s. niet genoemd. Pas tijdens de mondelinge behandeling bij de kantonrechter komt het betoog van [appellant] c.s. dat een prijs van € 14.000,- is afgesproken. [appellant] c.s. heeft onvoldoende uitgelegd hoe die afspraak zich verhoudt tot de ontvangen (en deels betaalde) facturen en de whatsappcorrespondentie. In het licht van het voorgaande heeft [appellant] c.s. ook onvoldoende gemotiveerd weersproken, dat hij de offerte van VMO Techniek heeft ontvangen, althans dat de inhoud daarvan hem voor het aangaan van de overeenkomst is medegedeeld. Het hof gaat gelet op dit alles uit van een mondeling gegeven akkoord op de geoffreerde prijs. Voor zover niet kan worden aangenomen dat het akkoord op de geoffreerde prijs mondeling is gegeven, omdat dit door [appellant] c.s. wordt betwist, kan het akkoord worden aangenomen doordat [appellant] c.s. niet heeft geprotesteerd na de ontvangst van de facturen. [appellant] heeft immers in de whatsappgesprekken meermaals erkend dat hij de bedragen aan VMO Techniek verschuldigd is.
‘[eigenaar VMO] en [appellant] zijn door de wagen heen gelopen zowel boven als beneden toen ze naar beneden kwamen stond ik met mijn zoon te praten en hoorde de afspraken tussen [eigenaar VMO] en [appellant] dat [eigenaar VMO] een totaal prijs voor materiaal inclusief monteren het bedrag van 14.000 euro wilde hebben en [appellant] ging hiermee akkoord.’Deze verklaring is door VMO Techniek weersproken. VMO Techniek heeft aangevoerd dat [appellant] het over
€ 14.000,- heeft gehad, maar dat VMO Techniek daarop te kennen heeft gegeven dat zij voor dat bedrag het werk niet kon uitvoeren. VMO Techniek heeft daarnaast gesteld dat Van der Linden niet aanwezig was bij de gesprekken over de prijs.
Naar het oordeel van het hof heeft [appellant] c.s. weliswaar aangevoerd dat een bedrag van € 14.000,- is afgesproken, maar vervolgens niet toegelicht hoe dat bedrag tot stand is gekomen. Hij legt niet uit in welk gesprek dat zou zijn geweest en hoe tot het bedrag van € 14.000,- werd gekomen. Dat had wel van hem verwacht mogen worden gelet op de whatsappcorrespondentie die tussen hem en [eigenaar VMO] is gevoerd. Een schriftelijk akkoord voor de offerte is, anders dan [appellant] c.s. heeft gesteld, niet vereist. [appellant] c.s. heeft daarnaast nog een offerte van ruim € 12.000,- overgelegd van een andere elektricien. [appellant] c.s. heeft niet uitgelegd of deze offerte zag op exact dezelfde werkzaamheden die VMO Techniek zou verrichten. Bovendien had die elektricien geen tijd om de werkzaamheden uit te voeren. [appellant] c.s. heeft bewust voor VMO Techniek gekozen, omdat bij de uitvoering van de werkzaamheden haast was geboden en VMO Techniek wel in staat was om snel aan de slag te gaan.
€ 5.000,-, maar hij heeft dit tijdens de zitting in hoger beroep bijgesteld naar € 1.500,-. Volgens VMO Techniek is het nog aanzienlijk minder: enkele honderden euro’s. VMO Techniek betwist dat zij het schakelmateriaal heeft meegenomen. Naar het hof begrijpt gaat het om materiaal dat nodig was voor het afmonteren en [eigenaar VMO] heeft ter zitting verklaard dat dit materiaal niet is gevorderd, maar deel uitmaakte van de 10% van de aanneemsom (€ 2.095,14) die niet in rekening is gebracht. Voor de groepenkast heeft de kantonrechter nog eens € 1.000,- afgetrokken, waarin VMO Techniek berust. Dat met het bewuste schakelmateriaal een beperkt bedrag is gemoeid, vindt steun in de nacalculatie waarnaar VMO Techniek verwijst. Het hof ziet reeds om die redenen geen aanleiding de openstaande facturen op dit punt (het schakelmateriaal) te verminderen. Of VMO Techniek dat materiaal heeft opgehaald kan in het midden blijven. Het door [appellant] c.s. gedane aanbod om dit te bewijzen wordt gepasseerd.
€ 10.487,16. Tegen het oordeel van de kantonrechter om € 1.000,- in mindering te brengen (voor de groepenkast en het plaatsen daarvan) heeft VMO Techniek geen incidentele grief gericht, zodat dit oordeel vaststaat. Het hof zal dan ook € 1.000,- in mindering op het openstaande bedrag brengen. Het voorgaande betekent dat [appellant] c.s. € 9.487,16 (inclusief btw) aan VMO Techniek verschuldigd is.
Conclusie en proceskosten
7.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Gouda, van 23 februari 2023;
- veroordeelt [appellant] c.s. in de proceskosten van het hoger beroep en begroot die kosten tot op heden aan de zijde van VMO Techniek op € 783,- aan griffierecht en op