Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 12 januari 2024, waarmee MaasWonen in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 22 december 2023;
- het arrest van dit hof van 27 februari 2024, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 25 april 2024;
- de memorie van grieven van MaasWonen, met bijlagen;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde], met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
Op deze overeenkomst zijn van toepassing de bijgevoegde Algemene Huurvoorwaarden voor Zelfstandige woonruimte d.d. 14 december 2010 en de Aanvullende overeenkomst bij huurovereenkomst d.d. 1 oktober 2014. Indien bepalingen in deze algemene voorwaarden specifiek toezien op of samenhangen met de zelfstandigheid van woonruimte zijn hier (vanwege de onzelfstandigheid van het gehuurde) niet van toepassing. (…)
4.Procedure bij de rechtbank
- De huurovereenkomst zal eindigen op of voor 1 juli 2024 door oplevering van de woning door [geïntimeerde] aan MaasWonen;
- Omtrent de vraag of sprake is van een zelfstandige of onzelfstandige woonruimte met daaraan gekoppeld de door MaasWonen te betalen verhuisvergoeding vragen partijen een oordeel aan de kantonrechter met behoud van hoger beroep;
- Partijen dragen ieder de eigen proceskosten.
5.Beoordeling in hoger beroep
tegemoetkoming in(en dus niet een volledige vergoeding van) de verhuis- en inrichtingskosten. Daaronder kan in elk geval niet de eerste maand huur van de nieuwe woning worden verstaan, zoals [geïntimeerde] die in hoger beroep wel lijkt te vorderen. MaasWonen heeft er verder terecht op gewezen dat [geïntimeerde] geen inzicht heeft gegeven in de werkelijke verhuis- en inrichtingskosten. Gelet op de grootte van het gehuurde (22,6 m2) zal de verhuizing relatief eenvoudig zijn geweest en niet veel kosten met zich mee hebben gebracht. Het hof acht daarom, alles afwegende, een tegemoetkoming van € 2.000,- redelijk en billijk. Een hogere vergoeding staat bovendien ook niet in verhouding tot de door MaasWonen ontvangen kale huur.
6.Beslissing
- veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van MaasWonen begroot op € 2.827,97;
- bepaalt dat als [geïntimeerde] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, [geïntimeerde] de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af wat in hoger beroep meer of anders is gevorderd.