Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
3.Feitelijke achtergrond
“misschien een fout (heeft) gemaakt”, dat VAG daarvoor
“bepaalde kosten (heeft) moeten maken”, zoals de auto klaarmaken, en dat hij deze kosten best wil betalen, maar dat hij het niet eens is met de hoogte van het gevorderde bedrag. Partijen hebben uiteindelijk overeenstemming bereikt over een afkoopsom van € 1.500,-, maar omdat zij het niet eens werden over het aantal afbetalingstermijnen, is VAG toch naar de rechter gestapt.
4.Procedure bij de rechtbank
- i) Het beroep op dwaling van [geïntimeerde] gaat niet op. Niet betwist is dat VAG al bij het eerste contact tegen [geïntimeerde] heeft gezegd dat het om een lesauto ging. Bovendien hoefde het VAG niet duidelijk te zijn dat [geïntimeerde] geen lesauto wilde hebben, omdat hij nu juist een lesauto nodig had.
- ii) [geïntimeerde] is zijn verplichting tot afname van de auto niet nagekomen en moet daarom een schadevergoeding betalen aan VAG.
- iii) Niet de hele vordering kan worden toegewezen:
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Grondslag van de vordering; geen dwaling; VAG heeft recht op schadevergoeding
“onbekend”is of de auto voor de volgende eigenaar ook rijklaar is gemaakt omdat het kan zijn dat die koper dat niet wilde, en dat het ook kan zijn dat die kosten niet in rekening zijn gebracht. Volgens VAG gaat het om op zichzelf staande, per transactie geldende, kosten. Hoewel de stellingen van VAG in dit opzicht enigszins vaag zijn, is van belang (i) dat niet in geschil is dat de auto op verzoek van [geïntimeerde] voor hem rijklaar is gemaakt en (ii) dat uit de overgelegde factuur van de tweede verkoop in elk geval blijkt dat alleen voor ‘steenslag aantippen + sterretjes opvullen’ een bedrag (€ 12,38) in rekening is gebracht en dat ter zake van ‘130 punten inspectie’ niets is gefactureerd (deze deelpost staat expliciet vermeld op de factuur, en bij de prijs is ‘0,00’ vermeld). Op de factuur van de tweede verkoop staan ook geen bedragen vermeld voor ‘afcontrole’ en ‘mattenset’. Het hof gaat er dan ook vanuit dat de kosten van de ten behoeve van [geïntimeerde] verrichte handelingen voor ‘rijklaar maken’ niet bij de opvolgend koper in rekening zijn gebracht, met uitzondering van het bedrag van € 12,38. Dit laatste bedrag komt vrijwel overeen met het bedrag van € 12,39 dat bij de handeling ‘steenslag aantippen + sterretjes opvullen’ staat vermeld op het overzicht van de kosten die VAG aan [geïntimeerde] in rekening wil brengen en VAG heeft niet gesteld dat deze handelingen ten behoeve van de opvolgend koper
opnieuwzijn uitgevoerd. Het hof zal daarom een bedrag van (€ 435,79 minus € 12,38 =) € 423,41 toewijzen.
extra en achteraf bezien dus onnodigzijn gemaakt ten behoeve van hem en dat het dus niet gaat om kosten die eenmalig zijn gemaakt en door de opvolgende koper zijn vergoed. Ook het aantal uren is voldoende onderbouwd en onvoldoende gemotiveerd betwist. [geïntimeerde] heeft bovendien de gelegenheid voorbij laten gaan om specifiek verweer te voeren op het door VAG overgelegde kostenoverzicht, dat sluit op € 616,03 excl. btw. Het hof zal dit bedrag dan ook toewijzen.
.
7.Beslissing
- veroordeelt [geïntimeerde] tot betaling van € 4.606,31, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 20 september 2023;
- veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van de procedure bij de kantonrechter, aan de zijde van VAG begroot op € 1.135,73, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten als [geïntimeerde] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan;
- veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van VAG begroot op € 1.946,37, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als [geïntimeerde] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan;
- bepaalt dat als [geïntimeerde] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, [geïntimeerde] de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als [geïntimeerde] deze niet binnen veertien dagen na betekening heeft voldaan.
- verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af wat in hoger beroep meer of anders is gevorderd.