Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een journaalbericht van de zijde van de gecertificeerde instelling van 24 februari 2025, ingekomen op diezelfde datum;
- een journaalbericht van de zijde van de gecertificeerde instelling van 8 april 2025, ingekomen op diezelfde datum
- de advocaat van [minderjarige] ;
- de gecertificeerde instelling, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI] , bijgestaan door haar advocaat;
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
Kamerstukken II2008/09, 32 015 nr. 3) volgt dat de bedoeling van het vereiste van een machtiging is, dat de kinderrechter een verdergaande inbreuk op het familie- en gezinsleven te allen tijde zal toetsen. Daarbij moet een machtiging voorkomen dat er een situatie ontstaat waarbij een ouder de mogelijkheid heeft om naar eigen goedvinden de uithuisplaatsing te beëindigen door zijn toestemming daartoe in te trekken. In die (acute) situaties dient dan snel alsnog een machtiging uithuisplaatsing gevraagd te worden (
Kamerstukken II, 2008-2009, 32 015, nr. 3, p 29).
Kamerstukken II2012/13, 33684, nr. 3 p 57). Artikel 6.1.6 Jw regelt vervolgens de gedwongen opneming ingeval de jeugdige de voorwaarden niet nakomt, of, ondanks de naleving van de voorwaarden, buiten de gesloten accommodatie de ernstige belemmering van de ontwikkeling naar volwassenheid als gevolg van de ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen, niet langer kan worden afgewend. Uit artikel 6.1.6, vijfde lid, Jw volgt dat een geëffectueerde voorwaardelijke machtiging geldt als een gewone machtiging tot verblijf in de gesloten accommodatie voor het nog niet verstreken gedeelte van de geldigheidsduur. Vanaf het moment dat de jeugdhulpaanbieder heeft beslist dat de jeugdige opgenomen wordt, geldt de voorwaardelijke machtiging dus als een gewone machtiging tot gesloten plaatsing zoals bedoeld in artikel 6.1.2 Jw. In het geval de minderjarige onder toezicht is gesteld, bepaalt artikel 6.1.6, zevende lid, Jw dat deze beslissing tot omzetting als een machtiging als bedoeld in artikel 1:265b BW, geldt.