Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 april 2011 tot en met 10 oktober 2011 te Amsterdam en/of te Rotterdam en/of te Pernis en/of te Cuijck, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit (onder meer) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of een of meer andere (onbekend gebleven) perso(o)n(en), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van één of meer misdrijven, als bedoeld in artikel 10, derde en/of vierde en/of vijfde lid van de Opiumwet;
hij op of omstreeks 09 januari 2012 te Pernis, althans in Nederland, opzettelijk heeft vervaardigd en/of heeft bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, althans aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van ongeveer 170 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Vordering van de advocaat-generaal
In deze zaak kan een bewezenverklaring volgen conform het vonnis van de Rechtbank, inhoudende (kortgezegd) de deelname aan een criminele organisatie en het aanwezig hebben van ongeveer 170 gram van een materiaal bevattende cocaïne.
De verdediging ziet af van reeds ingediende, dan wel toegewezen onderzoekswensen en ziet af van het indienen van nieuwe onderzoekswensen.
Het Openbaar Ministerie eist voor de tenlastegelegde feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest (78 dagen), een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaar, alsmede een taakstraf voor de duur van 80 uur.
Ten aanzien van het beslag wordt geoordeeld conform het vonnis van de Rechtbank.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
255 (tweehonderdvijfenvijftig) dagen.
180 (honderdtachtig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: