Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : 10232581 \ RL EXPL 22-19557
[appellant 1], mede handelend onder de namen Kledingreparatie Boogaard en Merx Schoenen- en Sleutelservice,
[appellant 2] textiel fournituren naaimachine V.O.F.,
[appellant 3] ,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 8 mei 2023, waarmee [appellant 1] c.s. in hoger beroep zijn gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 8 februari 2023;
- het arrest van dit hof van 13 juni 2023, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 21 november 2023;
- de memorie van grieven van [appellant 1] c.s., met bijlagen;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde] , met bijlagen;
- de akte uitlaten producties van [appellant 1] c.s., met bijlagen;
- de antwoordakte van [geïntimeerde] .
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Inleiding, gestelde huurachterstand en gevorderde verklaring voor recht
rondslagen vordering
schriftelijkeingebrekestelling niet vereist is. Wat daarvan ook zij, hij duidt niet voldoende specifiek aan wanneer en op welke wijze hij [appellant 1] dan mondeling of anderszins behoorlijk in gebreke heeft gesteld, dus hem een termijn heeft gesteld om de winkel weer te openen. Pas in de brief van de advocaat van [geïntimeerde] van 2 juni 2022 is [appellant 1] gesommeerd de winkelruimte in gebruik te nemen en gedurende de reguliere openingstijden geopend te houden. Op dat moment was de winkel echter al op afspraak geopend en voldeed [appellant 1] aan de exploitatieplicht zoals het hof die hierboven heeft vastgesteld en uitgelegd. Ook om die reden is [appellant 1] geen boete verschuldigd.
7.Beslissing
opnieuw rechtdoende:
- wijst de vorderingen van [geïntimeerde] af;
- veroordeelt [geïntimeerde] tot terugbetaling aan [appellant 1] c.s. van het bedrag van € 1.388,46, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 oktober 2023 tot aan de dag van terugbetaling;
- verklaart [appellant 1] c.s. niet-ontvankelijk in hun vordering die ertoe strekt dat een verklaring voor recht wordt uitgesproken;
- veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van het geding in eerste aanleg, aan de zijde van [appellant 1] c.s. begroot op nihil;
- veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van [appellant 1] c.s. tot op heden begroot op € 6.162,94;
- bepaalt dat als [geïntimeerde] niet binnen veertien dagen na datum van dit arrest aan dit arrest heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, [geïntimeerde] de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-;
- verklaart de veroordelingen in dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.