Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[medeverdachte 3],
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2020 tot en met 23 juni 2020, te Bodegraven en/of te Roosendaal, althans in Nederland, als leider heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten in elk geval [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 10] en/of [medeverdachte 2], welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 10 lid 3 en/of lid 4 en/of lid 5 en/of artikel 11 lid 2 en/of lid 3 en/of lid 4 en/of lid 5 van de Opiumwet en/of art. 10a van de Opiumwet;
hij, op één of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 1 juli 2020, te Bodegraven en/of Roosendaal, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, cocaïne zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, zich en/of (een) ander(en) de inlichtingen en/of gelegenheid heeft getracht te verschaffen, immers heeft verdachte met dat doel:
- Een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar en 2 maanden met aftrek van voorarrest met een marge van 6 maanden (5 jaar en 8 maanden) naar beneden voor het geval het Hof een lagere straf op zijn plaats acht (…);
- Verdachte en verdediging voeren geen verweer ten aanzien van de overige door de rechtbank in de strafzaak bewezenverklaarde feiten;
- Verdachte en verdediging zien af van de uitvoering van de reeds toegewezen onderzoekswensen;
- Verdachte en verdediging dienen geen nadere onderzoekswensen in.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren en 10 (tien) maanden.