Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- op 1 februari 2023 een journaalbericht van 31 januari 2023 met bijlage;
- op 27 februari 2023 een journaalbericht van 23 februari 2023 met bijlage;
- op 5 juni 2023 een journaalbericht met bijlagen van 30 mei 2023;
- de man, bijgestaan door mr. F. Laros (optredend namens mr. De Brouwer, voornoemd);
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat.
3.De feiten
- partijen, die zowel de Nederlandse als de Marokkaanse nationaliteit hebben, zijn met elkaar te [huwelijksplaats] gehuwd op [huwelijksdatum] 2015;
- op [datum] 2021 hebben partijen met het oog op de echtscheiding een overeenkomst ondertekend (hierna ook: het convenant);
- bij beschikking van de rechtbank van 27 juli 2021 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Verder is, voor zover van belang en alvorens verder te beslissen, de behandeling van de zaak ten aanzien van de afwikkeling van het huwelijksvermogensregime pro forma aangehouden.
4.De omvang van het geschil
- te bepalen dat de man aan de vrouw dient te voldoen een bedrag van € 453,- terzake de aanslag Inkomstenbelasting 2021 en een bedrag van € 70,50 ter zake de aanslag Zorgverzekeringswet 2021;
- te bepalen dat de man aan de vrouw dient te voldoen een bedrag van € 2.896,50, zijnde de helft van de extra inkomsten die de man heeft genoten in de periode van december 2020 tot en met 23 februari 2021.
5.De motivering van de beslissing
- de waardering van de eenmanszaak van de vrouw;
- verzwijging, zoekmaken of verborgen houden dan wel benadeling van de gemeenschap door de vrouw;
- benadeling van de gemeenschap door de man;
- de interne draagplicht van de schuld aan de heer [X] ;
- het bestaan en de interne draagplicht van de schuld aan de zus van de man;
- het vermogen op de peildatum van de man uit vermeende zwarte inkomsten.
6.De beslissing
€ 3.500,- te vermeerderen met de wettelijke rente ingaande zeven dagen na datum beschikking tot aan de dag der algehele voldoening;